Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 312]
| |
pel 's Gravenhage 2 mrt 85 en geadresseerd aan Den Heer E. Douwes Dekker Nieder-Ingelheim. (I.I.S.G. Amsterdam; fotokopie M.M.)
Waarde vriend! Op dezen dag gevoel ik behoefte in gedachten bij u te zijn. Vijf en zestig jaren liggen achter u en de meesten getuigden van strijd en lijden. Wat dit zeggen wil, begrijp ik beter dan menig ander. Is dat misschien het punt van aantrekking juist tusschen u en mij? Wenschen baat niet veel, maar één ding zou ik wenschen, nl. dat gij het nog mocht beleven dat u recht geschiedde en daartoe zou ik graag medewerken. Zal het gebeuren? Zoolang wij zuchten onder partij-gekibbel, onder ‘schijn’ en ‘blijk’ mannetjesGa naar eind1. van allerlei kleur zeer zeker niet. Daarvan verlost te worden is ook een gemeenschappelijke wensch, die ons verbindt. Zoodra het verslag van ons debatGa naar eind2. uitkomt, stuur ik het u op met enkele andere zaken. Ik hoop dat gij er toe komt om mij te schrijven, al hebt gij veel te zeggen het zal nog moeten blijken of het te veel is. In mijn verbeelding zie ik u zitten op dezen dag te midden der uwen. Groet ze vooral van mij en als uw gedachten ronddwalen over alles en nog wat, laat er dan een plaats wezen voor mij evenals gij er eene inneemt in de mijnen. Nogmaals gegroet met de uwen! tt F. Domela Nieuwenhuis 's Gravenhage 2 Maart 85. |