Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 229]
| |
[16 november 1884
| |
[pagina 230]
| |
diplomé par aucun Jury ministériel, je commets un délit en m'imaginant de comprendre quelque chose, et en m'arrogeant le droit de communiquer le fruit de mes méditations à de jeunes gens. En cas de poursuite judiciaire je me propose de plaider comme circonstance atténuante la certitude de ne pas être ecouté. Je sais, hélas! que la plupart des ‘libéraux’ - peu libéraux alors - ont trop peur du catholicisme pour accepter le combat à armes egalesGa naar eind1., tandis que selon moi ce n'est que la persécution, plus ou moins masquée par une espèce de légalité, qui fait toute la force du prêtre. Affranchissons l'enseignement populaire de tout entrave et... nous verrons! Magna est veritas et praevalebit!Ga naar eind2.- En vous remerciant, messieurs, des sentiments flatteurs que vous avez la bonté de me témoigner, je vous offre une bonne poignée de mainGa naar eind1. et mon salut cordial DouwesDekker Multatuli
Socrate, Aristote, Jésus Christ et quelques-uns encore de cette espèce seraient punis comme des malfaiteurs, s'ils s'avisaient de venir enseigner l'alphabeth. Est ce assez drôle? Assez stupide? Assez illibéral? | |
Vertaling:Mijne heren, Mijn gezondheidstoestand staat mij niet toe uw vriendelijke uitnodiging aan te nemen die vervat was in uw zo welwillend schrijven dat het poststempel draagt van de 12de van deze maand en dat mij met tamelijk wat vertraging bereikte. Een vermoeiende astma maakt mij elke reis onmogelijk en zelfs bijna iedere verplaatsing. Maar uw congres verliest daar niets bij, heren, gezien het feit dat mijn kwaal me toch zou verhinderen deel te nemen aan Uw beraadslagingen. Staat U mij echter toe toch een enkel woord in de arena van Uw aanstaande diskussies te werpen.
Het volgende deel van de brief verscheen in vertaling in Ter gedachtenis aan Multatuli 1887 - 19 Februari - 1892. Amsterdam, 1892, blz. 69 e.v.
Naar myn inzien is het tyd, het volksonderwys te bevryden van de verlagende voogdy der gouvernementen. Het schynt my toe | |
[pagina 231]
| |
dat de Staat, vertegenwoordigd door dezen of genen voorbygaanden Minister, meer of min geholpen door een belachelyke schynvertooning van ‘volksvertegenwoordiging’, in den hoogsten graad onbevoegd moet worden verklaard in de zaken van den geest, van de kunst, van het verstand, van wat raakt aan de opvoeding van de jeugd, aan de zedelyke en verstandelyke ontwikkeling van het menschdom. Schaffen wy de wetenschap van wege den Koning, de gilden der kennnis, de domme regeering van het diploma af. Roepen wy de onbeperkte vryheid van het onderwys uit. Maar, zegt men, de clericalen, de priesters, de Jezuïeten? Veroorlooft my, myne heeren! niet in zwym te vallen by het hooren aanroepen van die spoken. Ik vrees hen niet en ik koester de overtuiging, dat het gezond verstand, bevryd van de officiëele ketenen, deze vyanden onder den voet zal krygen. Overigens, de ware liberaal versmaadt de beschamende hulp van elke wet, die zynen wederpartyders den mond snoert of op onridderlyke en illogische wyze de voortplanting hunner denkbeelden zou belemmeren. Ziedaar, myne heeren! een stelling, te behandelen op uw congres. Zy schynt my practisch en spoedeischend toe. Maar ik bid u, my niet te verraden aan den procureur-generaal. Daar ik van geen enkele ministeriëele jury een diploma heb, bega ik een misdryf door my te verbeelden, iets te begrypen en door my het recht aan te matigen, de vrucht myner overpeinzingen aan jongelingen mede te deelen. In geval van rechterlyke vervolging stel ik my voor, als verzachtende omstandigheid te pleiten, de zekerheid niet te worden aangehoord. Ik weet helaas! dat de meeste ‘liberalen’ - dus weinig liberaal - te bang zyn voor het katholicisme om den stryd met gelyke wapenen aan te nemen, terwyl het, volgens my, de vervolging is, meer of min bedekt door een soort wettigheid, die de geheele kracht van den priester uitmaakt. Bevryden wy het volksonderwys van elke belemmering en wy zullen zien. | |
Vertaling (slot)Onder dankzegging, mijne heren, voor de vleiende gevoelens, waarvan U de | |
[pagina 232]
| |
goedheid had ze mij te betuigen, reik ik U vriendelijk de hand met een hartelijke groet DouwesDekker Multatuli
Sokrates, Aristoteles, Jezus Christus en nog enkele anderen van hun soort zouden als misdadigers gestraft zijn, als zij op het idee waren gekomen het alfabet te onderwijzen. Is dat al niet gek genoeg? Dom genoeg? Onliberaal genoeg? |