Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 199]
| |
[17 augustus 1884
| |
[pagina 200]
| |
over driftig maak zooals onlangs gebeurd is (niet met een der tegenwoordige gasten) dan schyn ik 'n lastig mensch te zyn. Maar dit is nu de zaak niet. De vraag is wanneer Mevrouw R. komen kan. Met Mimi heb ik overlegd dat wy wel genoodzaakt zyn hed te verzoeken niet te komen voor half September. Kyk, als 't om 'npaar dagen te doen was, dan zouden wy wel raad kunnen schaffen, maar daar we hopen dat zy 'n retourbillet lang by ons blyft, moeten wy wel vragen dit uitstel voor lief te nemen. En 't is ons gewenscht dat dit vast bepaald worde. Dan kunnen wy by gelegenheid anderen afzeggen, of 't bezoek van anderen tot 'n paar dagen beperken. Vraag dus svp hed of wy er op rekenen mogen haar medio Septr by ons te zien. En meen niet, beste kerel, dat dat uitweiden over die drukte iets te maken heeft met haar komst, o neen! 't Is een verontschuldiging over m'n slordig schryven en m'n uitstellen. Het is ons een groot genoegen de weduw en 't kindje van dien besten RamondtGa naar eind3. 'n kleine vriendelykheid te bewyzen en we zullen haar wel tonen en bewyzen dat ze hartelyk welkom is. Ook is één dame met één kindje (vergeleken by den hurry dien we doorleefden en nòg beleven) niemendal! Zeg haar niets van die drukte, 't mocht haar eens bezwaren. Ik roerde 't alleen aan om u niet te doen denken dat dit uitstellen uit lauwheid of zoo-iets voortkomt. We komen bedden - ja, vorken en lepels te kort. Dàt is het. In Septr schikt het best. Voor haar reis (met 'n kindje!) is de herfst bovendien prettiger dan die mal-heete Augustus. Zorg goed dat ze niet aan onhartelykheid denkt! Dag beste beste Haspels. Ik moet vliegers oplaten. Hartelyke groet van Mies & Wou. |