En nu is dit gebeurd. Dek is driftig geweest en hevig, en je bent weggegaan en nu ben je boos, zooals uit je brieven blykt - en waarlyk, ik zou me daar niet over verwonderen, als ik niet vroeger gemeend had dat je hem beter kende.
Och, ik zou vele blaadjes kunnen vullen zonder evenwel te weten of je in de stemming zoudt zyn om my te verstaan. Maar tegen dit eene moet ik toch opkomen; neen neen, waarde Bremer, zoo ellendig bekrompen is dek toch niet, dat hy het geestverwantschap zou opvatten als onderworpenheid aan zyn opinien. Kassian, dat ge dat zeggen kunt! Maar ‘pleiten’ wil ik ditmaal minder dan ooit. Och, dat armzalige ‘gelyk hebben’! Het leven heeft my geleerd dat het vrede brengt noch geluk. Maar te trachten te verstaan en te begrypen, en dan de harmonie te zoeken en de tegenstrydigheden op te lossen - dàt verzoent.
Lieve Christine, vaarwel! Het doet me innig leed dat het zoo gekomen is.
Ik zend u beiden een groet en handdruk. Dek weet niet dat ik schryf.
Mimi DD