Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 121]
| |
[16 maart 1884
| |
[pagina 122]
| |
(m'n schoonzuster) aan de familie van m'n vrouw eenigszins geparenteerd. Vandaar dat ik al z'n relatien vry wel kende. Toch is 't mogelyk dat-i tantes of neven voor my verstopt heeft. En juist dàt wou ik zoo gaarne weten. Kunt ge misschien te weten komen hoe de moeder heette van den Utrechtschen geurmaker?Ga naar eind2. Ik moet erkennen dat die heele geschiedenis niet Heeckeren-Waliënachtig klinkt. Het familiekarakter bracht eer 'n soort van sournoiseGa naar eind3., deftig-schynende pretentieuse terughoudendheid mee. Maar de eene neef is de andere niet.- 't Is allerliefst van je dat je zoo hoog opgeeft van de Utrechtsche délices. Want dat beteekent dat je ons graag daar hadt. Nu, ook om jou zouden wy graag in Utrecht willen wonen. Juist om jou, Chris, en niet om al de heerlykheden die je - met zoo hartelyke bedoeling - opsomt. Doch ook behalve dat, erken ik dat Utrecht veel vóór heeft. Het eenige wat ik er tegen heb, zyn de studenten. Meen niet dat ik dit nu zeg om die laatste standjes. O neen, over 't geheel houd ik niet van jongeluî, vooral niet als ze in geestverwantschap of sympathie doen. Van de niet-geestverwanten zou ik geen last hebben, maar er zyn ook anderen die ik niet zonder brusque afwyzing op 'n distantie houden kan. En dan dat corpsschap! Eén bezoeker brengt er drie mee, drie negen, negen... enz. Daar houd ik niet van. Maar ook in andere steden zouden bezwaren zyn, misschien zonder 't vele goede dat Utrecht heeft. Ook helt Mimi sterk naar Utrecht over. Alles saamgenomen, durf ik wel zeggen dat wy U kiezen zullen, als we naar Holland verhuizen. Maar de vraag is of die verplaatsing ons mogelyk wezen zal? We zitten hier vast en ik zie niet in, hoe we los komen. Ook moet ik er weer by zeggen dat het verlaten van deze schoone ruime frissche woning my zeer bedroeven zal. Ja, je moest byv. vandaag met het heerlyke weer eens hier kunnen zyn! Nu, by zulk schoon weder is 't overal uittehouden, dat's waar. Het spyt me dat je niets schryft over de mogelykheid van hier komen. Ik maak hieruit op dat Merens verhinderd is. Maar ik blyf er by dat jelui ten-allen tyde hartelyk welkom zult wezen, en geneer je asjeblieft niet om 'n zieltje meer. Bé zal je wel verteld hebben dat er ruimte genoeg is. En ook zal je welkom zyn met je kinderen alleen, als dan M. volstrekt niet kan uitbreken, maar ik | |
[pagina 123]
| |
had liever dat hy meekwam. Me dunkt het zou goed voor hem zyn. Natuurlyk zyn hier geen stadsgenoegens, maar juist voor stadmenschen is 't wel eens aardig zoo landelyk vry te zyn. Dirk is eensvooral geïnviteerd. Als hy komt zullen we vliegers oplaten. Bedank hem wel voor zyn brief.- Mies zegt dat ze dien violist Jozef CramerGa naar eind4. wel by Burlage gezien heeft.- De amusementen die je opsomt, trekken my niet aan. Niet omdat ik styf of droog ben, maar gewoonlyk hebben wy pret in huis, en elke uitgang is my 'n offer. Maar daar jy wel van uitgaan houdt, hoef je daarom als je ons bezoekt, niet thuis te blyven. We kunnen dan eens naar W-baden of Mainz gaan. Ook naar Rudesheim en Armanshausen, waar je eens met ons geweest bent. Naar Rudesheim moeten wy tòch, om de Germania te zien, het groote monument. (Met 'n kykertje kan ik 't uit Mimi's kamer zien.) Er wordt daar 'n rad-bahnGa naar eind5. aangelegd om de hoogte te bestygen die te steil is voor 'n gewone spoor.- Onze vruchtboomen staan vol bloesem. Jammer zou 't wezen als er nu nog vorst kwam, wat trouwens te vreezen is! Dan komt er niets van te-recht. Haastig geeindigd. Mies gaat naar 't dorp en neemt hem mee. Dag lieve Chris. D Ik zal de stukken maar één dag houden |