Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 729]
| |
beste Vos! Dank voor je hartig stukje in den Spectator. Juist, men kan niet lezen! Die BirnieGa naar eind1. - nu, ge hebt er 't noodige van gezegd. Of 't baten zal? N.E.E.N! Ook uw stuk zal men weer niet kunnen lezen. En als ge't toelicht, zal weer die toelichting niet begrepen worden. Of houdt men zich zoo? Dit weet ik waarlyk niet. In de Portefeuille wordt Birnie's werk geprezen en hiermee kan ik, na wat gy er van zegt, vrede hebben, doch ook daar wordt z'n hoogst geniaal voorstel om 't ‘woord van Multatuli: genot is deugd’Ga naar eind2. te veranderen in: ‘deugd is genot’ met 'n pedant: ‘onzes inziens te recht’ vereerd. M.a.w. niet begrypende dat men hier 'n paradox voor zich heeft, wil men dien vervangen door 'n gemeenplaats a la vader Van Alphen!Ga naar eind3. Het is door volkje van die soort dat Talleyrand'sGa naar eind4. pittig: ‘Surtout pas de zèle’Ga naar eind5. wordt verhanseldGa naar eind15. in: ‘pas trop de zele.’ ‘Want, zeggen zy, yver is 'n goede hoedanigheid.’ Een verfranschte DuitscherGa naar eind6. (de man van ‘Vieux Delft & Moraal’ in de Mill. Stt. had eens m'n Specialiteiten in handen. Natuurlyk kon hy perfect hollänsj lezen. Hy vond alles ‘hiel geut en moi, maar had toch één aanmerking. Ik had 'n fransch spreekwoord niet goed aangehaald. Het was niet: ‘C'est mal étreindre que d'embrasser trop peuGa naar eind7..’ Men moest zeggen: ‘qui trop embrasse, mal étreintGa naar eind8..’ Zóó wàs het! Wat had Jezus 't makkelyk! Heb je'r ooit van gehoord dat men z'n uitdrukkingen trivializeerde? Ja toch, maar er is verschil. Het: ‘hoor, hy roept z'n vaderGa naar eind10.!’ was kwaadaardig, maar niet bêteGa naar eind9.. Men gaf blyk te begrypen wat hy meende. Aan boosaardigheid | |
[pagina 730]
| |
overigens ontbreekt het den Birnie's ook niet. Zie de insinuatie dat de door hem niet begrepen paradox 'n captatie van welwillendheidGa naar eind11. is aan't adres van pierewaaiende kwajongens. Ik ken den heer Birnie niet, doch betwyfel zeer of hy tevreden wezen zou met het quantum ‘genot’ - in lagen zin nu - dat ik me ooit veroorloofd heb. Myn genot heeft van kinds-af altyd op geheel ander terrein gelegen dan waar men kans heeft deugnieten of vuilikken te ontmoeten. Er blykt me telkens dat zeer velen - waaronder nu Birnie - by 't woord ‘genot’ terstond en uitsluitend denken aan iets leelyks. Dit is by my 't geval niet. Ik verkneuter me by de gedachte aan 'n opgelost raadsel, aan voortgang op de baan van 't weten, aan verbetering der maatschappelyke toestanden. Ziedaar m'n smaak, want verdienste noem ik 't niet. Maar zeker is de smaak derzulken niet verdienstelyk die aan de uitdrukking ‘genot’ per se 'n andere beteekenis verbinden. Op 't rooken na - dat ik afkeur - en 'n te ver gedreven lust in contemplatie, die 't voortbrengen in den weg staat en dus iets van luiheid heeft, ken ik in my geen enkelen lust in eenig genot, die niet avouabelGa naar eind12. of zelfs - volgens gewoon-zedelyke begrippen- - pryzelyk is, te opmerkerlyker omdat ik die gewoon-zedelyke begrippen niet eens voor bindend houd. Al zy 't dus maar smaak zaak, toch is 't wel wat hard zich dan te hooren uitmaken voor 'n apostel van 't gemeene! Ik zou zoo'n Birnie z'n intérieur wel eens willen zien, en hem uitnoodigen dat te vergelyken met het myne! Och, beste Vos, ik ben verdrietig. Daar is me vandaag weer iets overkomen, iets zóó ellendig-triviaals, kyk! Herhaaldelyk zei ik tot Mimi: ‘ik wou dat Vos hier was. Ik ben benieuwd wat hy er van zeggen zou.’ Schryven kan ik 't U niet. Het is te bitter. Maar onthoud het. Zoodra ik U spreek, zal ik 't u vertellen.- Op m' vraag hoe 't staat met de vakantie van Uw AlexGa naar eind13., hebt ge niet geantwoord. Ik gis de reden daarvan te vatten. Het is diskretie. Welnu, weer vragen wy U heel vrindelyk of hy komen mag? Het komt ons best gelegen, en ik zal wel zorgen dat hy zich niet verveelt. Houdt hy van rekenen? Ik ga alle avenden naar bed met 'n vraagstuk dat allergekst is. Als hy hierkomt zal ik hem aansteken met m'n woede over de tot nog toe mislukte pogingen om 't optelossen. Ook kan hy in den tuin werken. Ook wandelingen met ons maken. Ook (Mies en ik meedoende) met Wouter spelen. | |
[pagina 731]
| |
Toe, zend hem ons. Een telegram dat-i onderweg is, is voldoende. De aankomst is 'savends 8 uur. Ik zal metGa naar eind14. 'n rytuig aan de station zyn. Als 't niet om den wagen was, hoefde die telegram ook niet. Hy kan elk oogenblik te-recht. Er is volstrekt geen bereddering of omslag by. Daar hy in Holland slechts plaats kan bekomen tot Bingen, moet hy daar (of iets vóór Bingen reeds) den Schaffner opdragen: 1o een billet te nemen naar Ingelheim. 2o z'n bagage billet te verwisselen tegen 'n ander dat van Bingen naar Ingelheim geldt. De Schaffners doen dat graag voor 'n kleine fooi.- Dag, beste Vos, onze hartelyke groete aan Uwe vrouw en Marie! Kondet gy allen komen, heel graag! Er is ruimte genoeg. Ja, ik zou 't heel prettig vinden. Ik zou m'n hart eens luchten over wat my vandaag zoo geërgerd heeft! Uw vriend Dek
Ge begrypt dat wy 't verslag van uw zoon met groote belangstelling gelezen hebben. Palmieri is nu aan 't betoogen dat de aardbeving op Ischia... niet belangryk is geweest. O, die geleerden! Archimedes vond ook de inneming van Syrakuse niet belangryk. En z'n eigen dood niet. Althans dáárover heeft hy nooit iets gezegd.- Over de wyze van rekenen der Gr. & Romn vind ik iets (?) van Bilderdyk in z'n correspe met de Tydemannen. ‘Iets’ met 'n vraagteeken, want het is... nièts. Hy had beweerd dat-i er zooveel over te zeggen had, maar toen de goede achtenswaardige Tydeman dat óók weten wou, zeidi dat hy... geen lust had er iets van te zeggen! Die B. was 'n ellendige kerel.- Ik verwachtgeen brief, heusch niet. Ga u niet in 't hoofd halen dat ge my schryvery schuldig zyt. Dat drukt 'n mensch zoo. Maar stuur uw Alex of komt allemaal. |
|