[17 december 1882
Brief van Multatuli aan H. de Vries]
17 december 1882
Brief van Multatuli aan H. de Vries. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (⅚) beschreven. (M.M.)
Nieder Ingelheim 17 Decr 1882
Waarde heer De Vries! Myn vrouw heeft my meegedeeld wat zy U geschreven heeft. Ik begon met er in te berusten, vooral ook omdat haar bedoeling hartelyk was. Maar - ik kan 't er niet by laten. Ik blyf er by dat ik uw edelmoedig aanbod niet kan aannemen. De toestand van m'n gemoed is zoodanig dat het er waarachtig niet op aankomt of ik asthma heb of niet. Het genezen van dat kwaaltje is de moeite niet waard. Bovendien heb ik afkeer van medicynen. Ik weet dat zelden 'n specialist erkent dat iemand die buiten zynGa naar eind1. vak staat, 'n oordeel vellen kan over iets wat daartoe behoort, en ben dus enigszin beschroomd U m'n meening te zeggen over de geneeskunde in het algemeen. Laat me my dus bepalen tot de betuiging dat ik zoo tegen medicineeren ben. Ik gebruikte nooit geneesmiddelen. Aannemende dat asthma kan genezen worden - wat ik doe omdat gy het zegt! - vrees ik voor andere kwalen die door de medicatie worden in 't leven geroepen. ‘Vreezen’ is 't woord niet, maar ik verwacht ze, en die verwachting is op jarenlange nauwlettende opmerkzaamheid gegrond.
Doch afgescheiden hiervan, 't is niet de moeite waard my te genezen van m'n kortademigheid. Na den nekslag die my onlangs werd toegebracht door dat zoogen.n ‘Huldeblyk’ ben ik met of zonder adem voor alles bedorven. De kwaal is niet dodelyk, zegt men. Jammer genoeg! Ik zou by 't gebruiken van Uw arsenicaal middel meer neiging voelen de grens van 't voorgeschrevene te overschryden, dan me toeteleggen op voorzichtigheid. Zou 't niet jammer zyn Uw kunde en uw groot offer ten koste te leggen aan zóó'n patient?
Neen, beste brave kerel, kom nièt! Ik màg u die moeite niet laten doen.
Hartelyk gegroet
tt
DouwesDekker