Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[18 oktober 1882
| |
[pagina 415]
| |
waarlyk niet. Zy is hier gaarne maar is bevreesd zich te binden. Dag beste lina, dag De Haas! Dank voor al Uw goedheid! Het denkbeeld dat ik er door m'n àl te lang blyven, misbruik van gemaakt heb, drukt me wel 'n beetje. Maar daarvan wilt ge zeker niet hooren! Dag lieve hartelyke menschen. Uw liefh. Dek
De kippenbroei toestel is aangekomen. Ik hoop er 't beste van, maar vrees 'n beetje. Ook zal 't veel werk en toezicht eischen, en Mies heeft al veel te doen. Als Betsy nu maar franchementGa naar eind4. kippenbroeister worden wou! Oók 'n carrière! Mondieu, ik schryf wel vertellinkjes. Men heeft z'n bezigheid niet voor 't kiezen! God schiep menschen. Dat's ook niet pleizierig! In het Album van den jongen heer C de Mooy Jr, by zyn vertrek naar Nederland, ter herinnering aan DouwesDekkerGa naar eind5. Poerworedjo, 11-12-47
Lieve jongen is het waar,
Ruilt ge Poerworedjo's dreven
En uw zorgloos kinderleven
Voor een leven vol gevaar?
Gaat ge uw ouders stout verlaten?
Laat ge uw vader zoo alleen?
Kan geen moedertraan meer baten?
Jongen hebt ge een hart van steen?
Wat toch dryft u van ons heen?
Nauwlyks waart ge een drietal jaren
Toen gy Holland zyt ontvaren
En nu wil je opnieuw er heen?
Zeg, verveelt je 't nassi-eten,
en het leven hier geleid?
Ben je op 't klapperland gebeten,
Roervink, zwaluw daar ge zyt!
Weet ge by het vurig haken
Dat uw hart en ziel vervult,
Wat ge in Nederland zult smaken,
Wat ge ginds ontberen zult?
| |
[pagina 416]
| |
‘O, ik zal er vreugde vinden’
Juicht uw hart in 't bly verschiet,
‘Levensheil, getrouwe vrinden!’
Maar... ge vindt uw moeder niet!
Slechts op vreemden zult ge staren,
Vreemden slechts staan om U heen,
Maar... aan vaders zorg ontvaren,
Jongen, staat ge altyd alléén!
Zeg, voor 't laatst, zeg, meen je 't goed?
Kan geen moedertraan meer baten
Om 't je uit het hoofd te praten?
Jongen, weetje wat je doet?
Ja? Welaan, 't is tot uw best!
Koste u 't afscheid droevig weenen,
Keesje, trek gemoedigd henen
Naar 't U onbekend gewest!
Reis gelukkig en tevreden
Over bergen land en zee,
Neem ten schild voor tegenheden
Onze beste wenschen meê.
Denk aan allen die u minden,
Als de wind het zeil ontplooit,
Denk aan de overzeesche vrinden,
En vergeet toch je ouders nooit!
Loon hun zorg door trouw te schryven,
Geef hun blyken van uw vlyt,
Toon door goed en braaf te blyven
Dat ge een dankbre jongen zyt.
Streef naar kennis, volg de wetten
Van getrouwheid deugd en eer,
En kom eens met epauletten
Knevels en diplomaas weer.
Dat geen storm uw reis beroere,
Heilryk zy uw levenslot,
Zacht zy 't windje dat u voere...
Lieve jongen, reis met God!
|