[24 september 1882
Brief van J.K. Anschütz aan V. Bruinsma]
24 september 1882
Brief van J.K. Anschütz aan V. Bruinsma. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 3(⅔) beschreven. (M.M.)
A'dam 24 Sept. 1882.
WelEdl. Zeer Gel. Heer,
In antwoord op Uw geeerd schrijven van den 19en, deel ik U in de eerste plaats mede, dat ik gaarne bereid ben, zoo lang als ik nog hier in het land vertoef, U jaarlijks een rijksdaalder in de maand December met dat doel te zenden.
Verder wilde ik U vragen of, wanneer Douwes Dekker dood is, Mevrouw Dekker-Hamminck Schepel ook de lijfrente van D.D. nog levenslang ontvangt.
Het aanbieden van het album met de namen der deelnemers moest medunkt in A'dam plaats hebben, bijv. den 31en October, en 't liefst met zekere plechtigheid. Ik geloof toch wel dat alle deelnemers het met Voltaire volkomen eens zijn, wanneer hij zegt: On ne juge d'un grand homme que par ses chefs-d'oeuvre et non par ses fautes.Ga naar eind1.
Zoo U mij het adres van den hoofdverzamelaar der jaarlijksche bijdragen voor M. alhier wilt mededeelen, wil ik dien wel mijn kleinigheid sturen, dan krijgt U het geld in eens, en behoeft U U niet zoo veel moeite te geven.
Hoogachtend blijf ik steeds
Uw dienstwillige
J K Anschütz
mil. cand. arts
Ned. Ind. Leger.
Den WelEdl. Zeer Gel. Heer,
Dr Vitus Bruinsma,
Leeuwarden