Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 352]
| |
Rotterdam. 8 Sept. 82. Zeer geachte Heer Korteweg, Tot mijn diep leedwezen kan ik zaterdag avond onmogelijk overwippen: kan ik 't nog dan kom ik. Uit een brief van den Heer Versluys - wilt U hem s.v.p. mijn dank overbrengen - begreep ik reeds dat er iets broeide. Dat Dekker 2500 mark inkomen ‘minder dan niets’ durft te noemen vind ik ‘minder van niets.’ Hij vergeet dat door onze pogingen opnieuw duidelijk, al te duidelijk, is gebleken: dat het volk, de groote massa Dekker's verdiensten niet erkent. De bijeengebrachte som van toch ±f25.000 bestaat uit giften van het kringetje vurige bewonderaars en is volstrekt geen nationaal huldeblijk. In dàt opzicht zijn m.i. onze pogingen mislukt. Maar grof vind ik het dat Multatuli die goed rekenen kan en dus waardeeren, een naar verhouding van het aantal deelhebbers en hunne aardsche bezittingen, groote som: minder dan niets durft noemen. Toen Paap, de grondlegger van het plan, mij sprak over de Multatuli zaak en ik met hem Wilson uitnoodigde, herinner ik mij zeer goed, dat wij een som van f 25.000 voldoende oordeelden, omdat D.D. van zoo weinig heet te kunnen leven. Zelfs zei Paap me eens: dat hij met f1000 per jaar kon toe komen. (Wat mij een raadsel was!) En nu heeft hij, die niets bezat, van een hoopje vrienden in den lande, tot zijn dood f1500 inkomen gekregen, voeg daar bij Funke's f500, d.i. f2000!! en nu is 't nog niet goed! Ik stem toe dat het betreurenswaardig is dat het Nederlandsche volk niet een paar ton heeft bijeengebracht, maar dat is geen reden om een ¼ ton van vrienden niet te waardeeren... Dat zou een kiesch man doen. Wees dus zoo vriendelijk mij in te lichten van de gerezen moeielijkheden: Kan ik komen dan kom ik, anders meld ik p.o. mijne opinie, desnoods per telegram.- Na hartelijke en vriendschappelijke groeten Uw Jan C. de Vos Kruiskade 25/1 |
|