[17 april 1882
Brief van Mimi aan G.L. Funke]
17 april 1882
Brief van Mimi aan G.L. Funke. Dubbel en enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-5 beschreven. De brief werd op 18 april voltooid. (M.M.)
Nieder-ingelheim 17 April 1882
Beste Funke. Reeds by het sluiten van myn vorig briefje was ik voornemens u uitvoeriger te schryven, maar ik ben er tot nog toe niet toe gekomen, deels daar dek zelf zich telkens voornam dat te doen, deels daar ik hoopte hy eerst eens uitdrukkelyk en uitvoerig met my over de zaak zou spreken. Intusschen ik wanhoop dat dit vooreerst gebeuren zal, evenzoo dat hy U zakelyk zal schryven. Hy is zóó zenuwachtig, zoo overprikkeld, zoo bitter gestemd en daarby zoo zwak, dat het treurig is om aan te zien. De paar dagen dat wy bezoek hadden heeft hy zich vermand en getracht alles van zich te zetten, maar saturdag morgen, na het vertrek der neven zakte hy in elkaer en is zoo onwel als ik hem nog nooit gezien heb. Zooals dek u schreef waren uwe mededeelingen voor hem een val uit de koets. Niet zonder stryd heeft hy de zaak laten doorgaan. We hoorden van het plan op den eersten dag van dit jaar, en zonder twyfel zou deks ondervinding en zyn vrees voor een slechten uitslag hem genoopt hebben zyn veto uit te spreken, zoo niet onze omstandigheden hem gedwongen hadden de zaak te