Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 185]
| |
In 't Handelsblad van Zondag 2 April komt een nieuwe aanval voor tegen de Multatuli-commissie. Ditmaal van de Redactie zelve. De toon van dit stuk is in sommige opzichten een groot blad niet waardig, terwijl de bedoeling van den schrijver of van de schrijvers, zoo 't een produkt van kollektieven arbeid mocht zijn, alleenlijk is: Multatuli te verkleinen. Het Handelsblad wil alleen den schrijver eeren, niet den denker, den wijsgeer, maar vooral niet den martelaar van Lebak. Want Multatuli is overijld te werk gegaan. Hij had er op moeten letten dat de Gouverneur-Generaal 't geheel van Insulinde te besturen en te overzien had. Zijn ontslag te vragen toen hij zijn zin niet kreeg, was niet anders dan de daad van een koppig kind, volstrekt niet die van een man, wien het hart op de rechte plaats zit. Zoo spreekt het Handelsblad op 2 April 1882!! Men mag zich afvragen: Heeft men aan 't Handelsblad den Max Havelaar wel eens goed gelezen? Zoo ja, hoe kan men dan, zoo onzinnig, van overijling aan Havelaars zijde spreken? Heeft hij niet alle middelen om tot minnelijke opheffing van 't bestaande euvel te komen uitgeput, alvorens tot den uitersten stap over te gaan? Ja voorzeker, hij heeft alles beproefd wat in zijne macht lag, om de onderdrukking van den Javaan te doen ophouden, zonder daarom zelve aanvankelijk de positie van vrouw en kinderen in de waagschaal te stellen. Eerst toen dit laatste onvermijdelijk werd, heeft hij het zware offer gebracht. 't Handelsblad vertelt ons verder dat Douwes Dekker, onder 's hands, 't Gouverneurschap van St. Eustatius werd aangeboden, als een soort van pleister op de wonde hem te Lebak geslagen, en dat dit postje door hem van de hand werd gewezen. Het vindt dit ‘respektwidrigGa naar eind1.’ van den man die toch eigentlijk ongelijk had gehad met heen te gaan van Lebak en acht deze aanbieding van de zijde van 't Gouvernement reeds satisfaktie genoeg, meer dan satisfaktie!! Als men dit alles leest, moet men zich afvragen: waar 't rechtsgevoel bij 't H. schuilt? Ik weet niet of dit geheele verhaal van 't gouvernement van St. Eustatius waar is of niet, maar zoo Mul- | |
[pagina 186]
| |
tatuli zulk een fooitje van 'n Regeering had aangenomen, van welke hij vruchteloos recht vroeg, hij ware een laaghartige geworden. Gelukkig, of liever, natuurlijk werd hij dit niet. 't Handelsblad heeft nog een massa meer redenen om niet den mensch, niet den wijsgeer, maar alleen den schrijver te eeren. Zoo, predikt, volgens 't H., Multatuli eene onzedelijke verhouding tusschen man en vrouw. Heeft die geëerde redacteur ook zijne verbeterde editie van Matthëus XIX gelezen? Men zou dit betwijfelen. Mogelijk geeft hij de voorkeur aan de lezing van 't Evangelie. Die is zeker christelijker... Ook onzen dierbaren 80jarigen oorlog tast hij aan. Nu ja, dat is een van die oude heiligdommetjes waaraan men niet mag raken; 't is één doorloopende heldengeschiedenis, dat leerden wij reeds op school. Maar hoe dikwijls lezen wij: in dit jaar geschiedde niets van belang en betrokken de legers de winterkwartieren. Dit laatste op wiens kosten? Op kosten van den huisman! In den heldenoorlog had de strategie van een geheelen zomer dikwijls slechts 't doel om voor de provisie van een winter te zorgen. Bovendien moeten, eerlijk geteld, de vele bestandsjaren nog van den 80jarigen heldenkrijg afgetrokken worden. Wij moesten ons niet meer zoo uitsluitend op die vaderlandsche beroemdheden verheffen en liever zelf wat beter de handen uit de mouw steken. Die ons, al ware 't maar een weinig, van den bluf geneest doet 't volk een weldaad. Waar Multatuli den Godsdienst aantast is hij Jan Rap in eigen persoon, zegt 't Handelsblad. Die term Jan Rap is en vogueGa naar eind2. en gemakkelijk neer te schrijven. Maar aan weldoordachten scherp treffenden spot die tot denken opwekt heeft Jan Rap zich nooit schuldig gemaakt. En met zulken spot geeselt Multatuli de zoogenaamde Goddienerij. De echte Godsdienst, de dienst van 't goede, waarvan 't ideaal is: zuiver mensch te zijn, wie heeft dien zuiverder gepredikt dan hij? Door 't een en ander heeft Multatuli, zoo gaat 't H. voort, een noodlottigen invloed op de jeugd uitgeoefend. Dit is geen compliment aan de vele pedagogen die 't stuk van 't comité mede onderteekenden. Als logisch denken, vrij van allen ouden zuur- | |
[pagina 187]
| |
deesem, noodlottig werkt, nu ja, dan heeft Multatuli allernoodlottigste resultaten voor zijne rekening. Zaken die 't particuliere leven raken, zooals de verhouding tusschen den Heer Douwes Dekker en zijne vrouw, behooren niet in 't openbaar besproken te worden. Dat is onkiesch. Wist 't Handelsblad dit niet? Ook dat Multatuli van Duijmaer van Twist eene subsidie zou ontvangen hebben, is een ‘on-dit’ door niets gestaafd. Ten slotte: Volgens 't Handelsblad ziet Multatuli in ieder Nederlander een Droogstoppel. Och neen, er zijn ook Kappellui en daarop gelijken sommige liberalen sprekend. Is 't dan te verwonderen dat de groote denker treurig, ja boos gestemd wordt, wanneer hij eene collectie van zulke Nederlanders bijeen ziet? U vriendelijk dankende voor de verleende plaatsruimte, Mijnheer de Redacteur, Amsterdam, April 1882. Uw Dw. Dienaar, de Bree. |