Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[7 april 1882
| |
[pagina 161]
| |
Ik weet niet of gij deze mijne opinie deelt; tòch vermoed ik dat gij het gedeeltelijk ten minste met mij eens zijt, en put de grond van dit vermoeden uit uw circulaire die de andere vergezelde. Er is iets in het wit, wat gy niet neêrschreeft òp het wit. Wat gij echter, naar ik hoop, volkomen met mij beamen zult, is: dat nu de zaak eenmaal en trainGa naar eind1. is, ze ook moet dóórgezet worden met ijver, met volharding. Volharden moet gij en allen die het wel meenen met M. - ondanks de gemeene artikelen van het Handelsbl. en de vele die dìtmaal - om der lieve guldens wille of om iets anders - eens extra zullen zweren bij de bult van dit oude wijf. Want een bult hééft ze - en al gelukt het haar veeltijds dien te verbergen of onzichtbaar te maken - bij gelegenheden als deze, komt hij in al zijn naaktheid te voorschijn. Allons! daaraan valt niet veel te veranderen; zij zal de bult niet kwijtraken, haar levenlang want: Wie met een bult ter wereld komt Gaat er ook mede in 't graf. Gelukken moèt het, ondanks alles - m'n hart breekt me, bij de gedachte aan het griefende van een mìslukking voor M. Dáárvoor moet hij gespaard blijven, niet waar? - Ik heb zelver te véél geleden, te véél griefends ondervonden in mijn twee-en-dertig jaren levens, om niet ten volle te beseffen wat dàt voor hèm zijn zou! Schep ik mij aldus geen groote illusiën - aan het gelukken van de zaak wanhoop ik niet. Vele der namen onder de circulaire staan mij er borg voor. Gij zult toch wel begrepen hebben, dat het geenszins mijn bedoeling was, - bij het schrijven van mijne meening omtrend de behandeling der zaakGa naar voetnoot* - iets aftedingen op de goede trouw, op den ijver of oprechtheid der onderteekenaren? Ik geloof dat de meesten ervan. M. beste vrienden zijn. Gij kunt dus voorloopig op Uw lijst schrijven van mij te hebben ontvangen f160 - die ik echter met de gespecificeerde lijst aan de Heer v.d. Goes ter hand stel eerstens, gemakkelijkheidswege tweedens, om-dat ik hem dan ook beter het nàkomende kan overhandigen. Ik verzoek u echter met nàdruk mij te schrijven of gij het soms ànders verlangt. Na minzame groete T A VGa naar eind2. J.W.E. Duitz.
Plantage Muidergr 5. |