[6 april 1882
Artikel inzake huldeblijk in De Maasbode]
6 april 1882
Artikel inzake het huldeblijk in De Maasbode, no. 2037. (K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.) Fragment.
In de laatste dagen hebben eenige personen zich vereenigd tot een beroep op de beurzen van het Nederlandsche volk, ten einde een kapitaal aan te bieden aan Multatuli (Douwes Dekker), dat hem op zijn ouden dag een onbezorgd leven moet verschaffen. Wanneer het dien personen inderdaad gelukken mocht, wat wij niet gelooven, eenig geld bij elkaar te brengen, zouden wij wel eens om een hoekje willen staan, als het aangeboden wordt aan den man, die eenmaal in zijn ontzaglijken hoogmoed gezegd heeft: Publiek, ik veracht u innig. Misschien jaagt hij de heele commissie zijn huis uit, of hij moest zoo diep gezonken zijn, dat hij een aalmoes uit de hand van dit zoo verachte publiek aanneemt.
Vele liberalen en inzonderheid het Handelsblad hebben reeds luide hunne afkeuring over het plan uitgesproken. Multatuli heeft zich nu eenmaal bij elk rechtgeaard mensch onmogelijk gemaakt.
De Tijd bevat heden eene beschouwing over de werken van Multatuli en besluit die met de volgende regelen (....)