[13 maart 1882
Ingezonden Stuk van Van der Hoeven in Het Vaderland]
13 maart 1882
Ingezonden Stuk van Van der Hoeven in Het Vaderland, no. 61. (K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
1. C'est là le pays enz.: Dat is het land waar meer voordeel te behalen is als men hooggeplaatsten naar de mond spreekt dan als men zijn plicht doet. (fr.)
Mijnheer de Redacteur!
Verplicht mij met de opneming in uw blad van de volgende regelen.
Aan den heer dr. Vitus Bruinsma te Leeuwarden.
Hooggeachte Heer!
Naar aanleiding van uw uitnoodiging in ‘de Amsterdammer, weekblad voor Nederland’ van 12 dezer, betuig ik u mijn warme sympathie met de pogingen, die door u (en anderen) worden aangewend om de Havelaarszaak ‘in 's Reine’ te brengen.
Eindelijk zal dan geschieden wat reeds 20 jaar geleden had moeten gebeuren, of liever wat niet noodig geweest was, wanneer het Nederlandsche volk indertijd getoond had een krachtig ontwikkeld rechtsbewustzijn te bezitten, en dus belet, dat een kruisheuvel oprees voor den man, die nooit ‘zich zelve’ zocht, die in de keuze tusschen anderen te behagen en zijn plicht doen, nooit weifelde; die steeds toonde hoogeren prijs te stellen op vrede in eigen gemoed dan op uiterlijk eerbetoon, en die in den strijd tegen onderdrukking en knevelarij eigen materiëel welzijn neerlegde op het altaar der menschenliefde als een offer, gebracht aan de zwakken en verdrukten, die hij beloofd had te zullen steunen en helpen.
Ik bezit invloed noch vermogen en kan zelfs mijn tijd op dit oogenblik niet aan de goede zaak in quaestie wijden.
Doch wat ik wèl kan is: sommige anderen opwekken, die mèt mij gelooven, dat het leven van den man nog iets meer is en nog iets anders van hem eischt dan een welbehaaglijk indutten op het kussen der zelfgenoegzaamheid, en die gaarne zullen meewerken tot