Volledige werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882
(1990)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[13 maart 1882
| |
[pagina 783]
| |
die van Australie in 1889, maar my overgedragen de correctie in alle artt. betrekkelyk tot Nederl., de Oost, de West en de Kaap in de Dictionn. de Géogr. van Vivier de St. Martin. Ik wenschte hierin vooral u recht te doen wedervaren. Zelfs Multatulisten schryven over Holland en de Oost zonder u aan te halen (zooals Bruins, Onze Moeder Aarde. Hy haalt wel den jongen de Koo aan.) Dit moet veranderen. Myn Fransch ex. van Max Havelaar werd my ontstolen. Leen my daarom s.v.p. het uwe. De dict. is reeds gevorderd tot Illinois. Spoedig komt dus: Indes néerlandaises. Dat zal de bekroning van myn levensstryd zyn. Ik beschouw my tydelyk als gezant van Insulinde aan 't Hof der beschaafde wereld. Ik vind 't moedig, dat actieve officieren durven bydragen voor uw ‘nationaal huldeblyk’, zooals v. SchermbeekGa naar eind4.. De uitnoodiging is vry lauw. (....) Zyt met Mimi en Woutertje hartelyk van ons gegroet. Uw vriend, R. v. E.
Gy doet my te veel eer door te zeggen, dat ik, gelyk Gy, de Atjehzaak doorgrondde. Zoo Gy er nooit over geschreven hadt, zou ik misschien blind gebleven zyn. Ge kunt ook gerust zeggen, dat de Vloekzang gedicht werd onder den indruk van Max Hav. Er gaan leugenachtige annonces rond dat uw nieuwe Ideen-uitgaaf uitvoerige nooten van (....) Ik wensch o.a. uw ‘mécanisme’ van 't bestuur op Java over te nemen in den Dictionnaire. Hellwald deed dit ook. Zend 't dus s.v.p. spoedig in 't Fransch. Die Dict is de beste in zyn soort, maar toch zeer onvolledig. 't Spyt my dat ik eerst nu de hand er in kryg. Elie Reclus, de broeder van Elisée retoucheerde de fr. vertaling van Max Hav., gelyk hy my zeide. Generaal Booms veroordeelt in de Vragen des Tijds den Atjehoorlog en noemt de Roo, van Nispen, van Lynden, maar niet u! De Multatist Heineken noemt in dat tydschr. v. Houten de auctor intellectualis der verlaging van kiescensus, maar U niet! (....) Blyft uw vereerder die 't geld voor uw villa leende u getrouw? 't Schynt, daar ge niet behoeft te improvizeeren voor PubliekGa naar eind1.. (....) Huldeblyk. Wat een gemeene troep! Ik heb nog altyd een te | |
[pagina 784]
| |
naïeven dunk van de menschen. Daarom blyf ik ongeneeslyk, ook in zaken particuliere nyverheid in Indie. En ik heb nog zooveel exploitatiezucht gezien, zelfs hier, waar ik zoo weinig lieden ken. (....)
Ik zal u de drukproef van Indes neérland., Java, enz - v.d. Dictionn de Geógr. zenden. Men zal voorzichtig moeten zyn om de goede denkbeelden geplaatst te krygen. Nu, ik verlaat my op uw tact. - Reclus is communist, wil alle regeering, belasting en eigendom afschaffen, niet in zyn Geogr., maar in zyn krant. De uitgever Hachette bezit tientallen van millioenen en wil zyn dure uitgaven natuurlyk zooveel mooglyk slyten. Wy moeten dus op eieren loopen. Maar als Reclus 't eens heeft goedgekeurd, zal Hach. niet op verandering van 't opstel aandringen, want R. bezorgt hen door de uitgaaf van de Nouv. Geógr. Univ. ± 8 millioen fr. netto winst. Reclus heeft een hekel aan den Dict., die gecompileerd wordt door een zyner persoonlyke vyanden, maar Hach. is te slim om 't werk in de wereld te zenden zonder de retouche van zulk een goed geograaf. Ik heb begonnen uw werken te doorpluizen voor myn nieuwe taak. Wat genot! Domme ministers die myn voorbeeld niet volgen. Hartelyk gegroet van uw vriend Roorda (....) zouden toonen! Eindelyk wekte ik de particulieren op om heimelyk gelden van de inlanders aan te nemen, die beducht voor de Regeering zyn. Ik hoop, dat Gij dit niet zult afkeuren. Lohma heb ik onder handen genomen in den Amsterdammer. Maar 't ging niet vlot. Het schryven voor die moederlanders begint my tegen te staan. En de redr. J. de Koo heeft myn sympathie niet. Nu en dan ontziet hy de Droogstoppels. En ik begryp niet, hoe men Uw vereerder kan zyn en spreken van de ‘geachte’ N. Rott. Ct. en het ‘geachte’ Handelsbl. en met den diepsten eerbied spreken van Thorb. De Koo durft myn artt. niet aan. Hy liet er een 3 maanden liggen, van 24 Mei tot 23 Aug., en troostte my toen met de mededeeling dat anderen wel 3 maanden wachtten! In welke mate was ik gelukkiger? De Ind. Gids nam 't terstond over als een ‘opmerkelyk’ | |
[pagina 785]
| |
artikel. Waren de opstellen die in de 3 maanden niet bleven liggen, allen opmerkelyker? Maar geen enkele andere courant is beter. Integendeel. 't Is voor my een pis-aller. |