me verlangen naar een nadere kennismaking, waar ik me slechts genoegen van kan voorstellen.
Ik denk over een dag of 10/14 nr myn zuster Pool te gaan in Amsterdam. Vanwaar ik u dan nader schryven zal om den tyd van onze komst te bespreken. Hoe ik Dek tusschen al zyn tochten in te zien zal krygen is me tot nog toe een raadsel. Van morgen heb ik een brief van hem gehad na zyn amsterdamsche voordracht. Hy had daar een talryk publiek en was ook voor zichzelf (betrekkelyk) tevreden, wat in Rott. het geval niet geweest was. Ik ben er zeer bly om daar hy nu meer moed had voor al de voordrachten die hy nog in 't verschiet heeft.
Woutertje beweert dat hy Mevrouw de Haas en uw huis en de jongelui nog heel goed kent. Ik ben niet zeker of hy zich niet vergist want hy was voor twee jaar nog heel jong, en daarby de indrukken van de toenmalige reis waren menigvuldig; Maar de Mevr. de Haas die hem al die mooie plaatjes zond en zooveel andere geschenken gaf kent hy zeker; en toen ik hem te bed lei vroeg hy of ik U schryven wilde dat hy een lieve jongen is, en dat hy zich verheugt om met de kinderen te spelen.
Ontvang lieve mevrouw met mynheer myn hartelyke groeten en geloof my
Uw zeer toegenegen
Mimi Douwes Dekker
Schepel