[6 november 1880
Brief van Multatuli aan G.L. Funke]
6 november 1880
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (⅚) beschreven. (M.M.)
2 bb f 200.- Q 358, U 6285.
1 bb f 40.- A T 9131.Ga naar eind1.
Geisenheim a/R 6 Novr 1880 beste Funke! Als ge my over 't loopende jaar voor iets gekrediteerd hebt, zoodat ik volgens U iets te goed heb, wees dan zoo goed het my te zenden. Aanspraak maak ik niet.
Ik voel my oud en zwak worden, ook physiek. Toch zou dit zoo erg niet wezen als ik niet moreel-ontstemd was, en eigenlyk moedeloos. Uit byna alles wat er door de pers tot me komt, moet ik opmaken dat men niet lezen kan (m'n oud thema!) en dit beneemt den lust tot uiting.
Met of zonder lust zal ik wel genoodzaakt zyn dezen winter weer die afmattende tournée in Holland te doen. Ik zie er zeer tegen op, maar 't is gedwongen frazigheid.
Zeg, daar ge altyd de goedheid hebt, my 't ‘Nieuws’ te zenden, zoudt ge niet svp order geven 't adres te veranderen in: Geisenheim a/R. Ik kryg nu altyd het blad een of ¾ dag later dan noodig is.
Mimi is wel. Zy houdt zich goed, en ons pleegkind geeft voortdurend reden tot vreugd. Het is 'n lieve jongen. Non is getrouwd. Ik neem er geen aandeel in. Buiten my om heeft ze die relatie aangeknoopt, en ik kan me nu niet opdringen dat ik ingenomen ben met dien italiaanschen schoonzoon. Ik beschouw haar als dood