Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 473]
| |
[14 juli 1880
| |
[pagina 474]
| |
verloving met Dr Bassani haar volkomen van my vervreemd had. Over Eduard gevoel ik slechts verontwaardiging en woede. Dat hy by dat alles ook dom is, en als 'n krankzinnige handelt, verandert den toestand niet. Hy is tot alles in staat! Ik zou hem niet in huis durven nemen. By de minste ongesteldheid van vrouw of kind zou de gedachte aan mogelyke vergiftiging terstond in my opkomen. De heer V.D. Hoeven te Rotterdam die hem nu heeft leeren kennen, moet toestemmen dat ik hierin juist oordeel. Wat ik sedert 10, 12 jaar door dien jongen geleden heb, is niet te beschryven, en de gevolgen blyven! - In Uw brief staat: ‘sedert wy elkander 4 Maart hier ontmoetten, hoorde ik niets van U.’ Wáár en gegrond is de (aan-)klacht. Zeker zoudt gy en onze beste Iterson wèl van my gehoord hebben als ge in nood waart geweest en ik U had kunnen helpen. Maar de vermoeiende preoccupatie waarin ik leef maakt me zoo stom. Meen toch daarom niet dat ik koud ben of onverschillig omtrent uwe aangelegenheden. Kan een abces in den rug 't gevolg van typhus zyn? Ik heb zeer weinig vertrouwen in de heeren van de fakulteit, en zou U staaltjes van hun onkunde kunnen meededen die de haren doen te berge ryzen. Het geval-zelf van Uw zoon is weer 'n bydrage. Nadat de medicatie ophield is de beterschap begonnen. Ja, Munster a/SGa naar eind1. ken ik. Dicht daarby ligt het (stam?) slot van Franz von SickinghenGa naar eind2.. 't Is nu 'n àl te moderne ploertig-riddermatige restaurant. Sic transit gloria mundiGa naar eind3.. Waar ik hier zit heb ik 't gezicht op den Johannisberg, thans MetternichGa naar eind4. behoorende. Ook dàt huis (‘Schloss’ noemen zy 't, maar 't lykt weinig op 'n kasteel) ook dàt heeft al veel beleefd. Over weinig dagen, hoop ik, zult ge 't uit m'n venster zien. De wandeling er heen (¾ uur, denk ik,) is nauwelyks de moeite waard. - Ge zult ons huisje aardig vinden. Maak dat ik weet wanneer ge komt dan haal ik U òf hier òf te Rudesheim van den trein. Ik schreef u reeds dat veel treinen niet stoppen te Geisenheim. In dat geval moet men te Rudesheim aussteigenGa naar eind5. en 'n trein afwachten die wèl te Geisenheim stopt, of van Rudesheim pr as naar G. gaan. Mocht het U niet schikken my te prevenieeren, laat U dan te Geisenheim aanwyzen: | |
[pagina 475]
| |
das Haus ganz am Ende der Webergasse, wo früher herr Obrist von Untzer gewohnt, der jetzt in Amerika ist.Ga naar eind6. Of laat U aan 't stationnetje door een der spoormannen den weg wyzen of iemand meegeven. Aan de spoor kennen ze myn naam wèl, en de straatmenschen misschien niet. Geisenheim is 'n miserabel nest, en toch is de weg van de station naar myn huis niet makkelyk te vinden. - De oorzaak waarom ik niet vroeger een Vorstenschooltje zond, staat al weer in verband met m'n tegenzin in schryven. Ook myn besten nobelen Funke had en heb ik verwaarloosd. Dat drukte my en ik wou hem geen verzoek doen. Eerst voor 5 dagen heb ik dat doorgebeten, en hy zendt me terstond 'n heel pak, zoodat ik heden een Vorstenschool en Bloemlezing aan Uw adres op de post doe. (Duitsche pakketpost, Holl. v. Gend & Loos.) Misschien zend ik de boekjes afzonderlyk om zeker gewicht niet te boven te gaan, en (meen ik) daardoor 't openen aan de grens te voorkomen. Nu, kom spoedig hier. Gy zult met open armen ontvangen worden. Reken er s.v.p. in uw reisarrangementen op dat we behoorlyk ruimte hebben voor logeeren, ook voor uw zoon. Alles zeer modest maar voor vriendelyk oordeelende gasten voldoende. En ik ben bly dat ge myn vrouw zult leeren kennen! Wees intusschen hartelyk gegroet van Uw liefh. DouwesDekker
gewone post is toch beter. Dat openen aan de grens, of de risque dat ze 't doen, is 'n vervloekt werk. Schoon 't inschriftje zeer kleurloos is, kòn 't echter zyn dat ge deGa naar eind7. twee pakjes gaarne rechtstreeks van den besteller aannaamt. Ze volgen morgen met gelyke gelegenheid als deze vandaag. |
|