Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[9 juli 1880
| |
[pagina 472]
| |
weten te verschaffen voor z'n vluchtGa naar eind4.. Hoogstwaarschynlyk is hy weer naar z'n geliefd Italie gegaan. De ditmaal aan V.D.H. toegebrachte schade bedraagt ± 500 gl. Ik acht me gelukkig dat het niet meer is. Doch ik zie allerlei andere pretentien in aantocht. Van één vernam ik reeds. En sedert jaren werd ik telkens door zulke liefelykheden overstelpt. In 79 heb ik dááraan nagenoeg de geheele opbrengst myner vermoeiende voordrachten besteed. Dat V.D.H. my van alle verantwoordelykheid voor 'tgeen m'n zoon na April weer misdoen zou, ontslagen heeft, ontheft me slechts wettelyk van vergoeding. Moreel voel ik me wèl verplicht de jonge zaak van V.D.H. & B niet met dat verlies belast te laten. Bovendien, vergeleken by vorige geschiedenissen van dien aard, onder welker gevolgen ik nog gebukt ga, is 't nu weer gebeurde slechts 'n kleinigheid wat het finantieele betreft. En, openhartig gesproken, is ook die heele zaak nu voor myn gevoel niet zóó smartelyk als ze een anderen vader zou toeschijnen, niet zóó smartelyk ook als ikzelf voor 12, 13 jaren zou gemeend hebben. Zeker had ik gemeend zóó'n ondervinding niet te kunnen dragen. ‘Dat is om te besterven!’ zou ik waarschynlyk gezegd hebben. De eerste blyken van E's verdorvenheid eenmaal overleefd hebbende, vloeide daaruit vanzelf voort dat ik de marteling van al 't volgende dragen kon. Eerst in dit voorjaar heb ik hem laten zeggen dat ik hem niet zien wilde, schoon ik toch door middel van V.D.H. het oog op hem hield. In '79 had hy my schreiende beterschap beloofd, en (byna zeker wetende dat er niet op te rekenen viel) vergaf ik hem al 't vroeger gebeurde. Weer breek ik af. Ik heb onzen kleinen Wouter beloofd met hem te gaan baden. O, dat kind is 'n heerlyke vergoeding, en ik ben te oud om ook aan hem déceptieGa naar eind5. te beleven. Hartelyk gegroet. Weldra meer en over dingen die U aangaan. Ja zeker zyn we thuis in 't laatst dezer maand! Denk er aan dat niet alle treinen te Geisenheim stoppen, ('t Is 'n nest, maar ons huisje is aardig en logeabel. Wouter maant me. Hy is verrukt by 't vooruitzicht ‘papa in 't water te zien springen.’ Dàt kan hy byna niet gelooven. Adio tt Dek |