hofen & die amtsgerichtliche Bestätigung des gegenwärtigen Aktes bleiben vorbehalten, & nur wenn alle drei ertheilt werden, tritt die obige Verfügung hinsichtlich des Erbrechtes des Adoptivkindes in Kraft.
Vertaling:
Er verschijnen voor mij
1. De schrijver E. Douwes Dekker, geboren te... op... 18.., thans woonachtig in Geisenheim.
2. zijn echtgenote M. Douwes Dekker, geboren Schepel, geboren te... op... 18.., N.B. de geboortebewijzen van de onder 1 en 2 genoemden moeten de Rechtbank worden voorgelegd.
3. de weduwe van de heer Franz von Gugel, Adelheid Karoline geboren Bermann, uit Mannheim, thans te Wiesbaden, moeder van de op 25 januari 1876 te Sulzheim bij Schweinfurt geboren en onder het gerechtelijk toegewezen voogdijschap van Dr. Rauch in Sulzheim resonerende Eduard Bermann;
Zij geven voor deze akte de volgende verklaring af:
Wij, de echtelieden Douwes Dekker, hebben de betreffende onder punt 3 genaamde Eduard Bermann al sinds geruime tijd als pleegkind voortdurend in ons huis en nemen hem, omdat wij geen eigen kinderen hebben, hierbij als kind aan met de bepaling dat hij voortaan onze naam Douwes Dekker zal dragen.
Met het oog op de erfrechten leggen wij, de echtelieden Douwes Dekker, het volgende kontraktueel, met elkaar en met ons geadopteerde Kind, vast:
Als erven benoemen wij echtelieden elkaar en als erfgenaam van de langstlevende van ons beiden het meergenoemde geadopteerde kind.
Ik, de hierboven onder 3 genoemde moeder van Eduard Bermann, stem toe in de beschreven adoptie, zie af van mijn moederlijke rechten ten gunste van de - mijn afstand overnemende - adoptie-ouders en voor Eduard Bermann accepteer ik de voorliggende erfrechtelijke regeling. Onder voorbehoud van de toestemming van de voogd, de heer doctor Rauch in Sulzheim, de beslissing van de voogdijrechtbank in Gerolzhofen en de rechterlijke bekrachtiging van de voorliggende akte, en slechts wanneer alle drie worden verleend, wordt de bovenomschreven beschikking inzake het erfrecht van het geadopteerde kind van kracht.