Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[16 februari 1880
| |
[pagina 350]
| |
Het Nederlandsche volk is, naar onze overtuiging, nog veel en langen tijd zulke, - en nog veel beteekenisvoller - bewijzen van belangstelling aan Multatuli verplicht, alvorens de schuld, die het te betalen heeft aan den schepper niet slechts van Max Havelaar, maar ook van de Ideeën - om van het overige te zwijgen, - afgelost zal zijn. Van een verslag der toespraak onthouden wij ons ditmaal om dezelfde reden, die ons een verslag van onzen berichtgever te Goes over de Donderdag aldaar gehouden voordracht ter zijde heeft doen leggen. Die reden is dat de ondervinding, bij deze rondreis van Multatuli vooral ons geleerd heeft dat het verslag geven daarvan, in tal van dagbladen, op den duur aan de frischheid van den indruk der toespraak schade doet. Een aantal beelden, vergelijkingen, voorbeelden en uitdrukkingen worden op die manier bekend voor men den redenaar nog gehoord heeft; men raakt er dus op voorbereid en op het oogenblik dat men ze met de ooren opvangt, is voor het begrip de uitwerking verzwakt en afgestompt. Onze groote pers, die thans Multatuli algemeen welwillend bejegent, zal misschien wel geneigd wezen aan deze opmerking hare aandacht te verleenen. Een jaar of wat geleden was de gewoonte van hem ‘dood te zwijgen’ nog niet in zulk eene mate overwonnen, of het sympathieke verslag, dat door ons in 1875 (den 4en MeiGa naar eind1.) aan eene voordracht van hem te Goes gewijd werd, kon nog voor een soort van ‘moedstuk’ gelden. Na dien tijd heeft Multatuli echter, door de opvoeringen van de Vorstenschool vooral, de publieke aandacht gedwongen zich met hem te bemoeien en zijne sedert in geregeld terugkeerende reeksen gehouden voordrachten vinden algemeen bij de bladen een gunstig onthaal. Eene aanwijzing om de aantrekkelijkheid dier toespraken niet te benadeelen, zullen zij dus wellicht niet onopgemerkt laten. Aan hare verplichting om melding te maken van hetgeen in 't openbaar voorvalt, kan de pers ten aanzien van Multatuli toch wel voldoen, zonder door eigenlijke verslagen zijne woorden van hun frischheid te berooven. Ten slotte een staaltje van de nauwgezetheid waarmede de heer Douwes Dekker zijne verplichtingen ten aanzien van het publiek vervult. Teleurgesteld in zijne verwachting om van hier per stoomboot naar Zierikzee te kunnen reizen, en zich, met reden, | |
[pagina 351]
| |
buiten staat achtende om die reis per rijtuig en over de veren te doen, wanneer hij denzelfden avond het woord nog wilde voeren, heeft hij niet tegen de kosten opgezien van eene sleepboot voor die reis af te huren. Hij wilde het hem wachtende Zierikzeesche publiek niet teleurstellen. |
|