Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[10 februari 1880
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 319]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wat te genezen. Noch dàt kwaaltje noch m'n groote zwakte op 't oogenblik komen stipt gezegd uit m'n publieke voordrachten voort. Maar verleden zondag ('n zoogenaamd vrye dag!) heb ik geen oogenblik rust gehad. Het was m'n eigen schuld, en ik voelde dat het me knakte. Ik had 'n zuster myner vrouw uit Utrecht naar Amstm by 'n andere zuster gebracht, en den heelen dag en familie gesleten, veel sprekende, al te veel, van smorgens tot 'savends. Het kon voor tien voordrachten gelden, en nog eens, 't was m'n eigen schuld. Ikzelf had het voorgesteld. M'n reis route is nu morgen (of nà morgen) zeer gekomplikeerd. Als ik 't wèl zie, kom ik niet zoo spoedig te Rotterdam terug. Maar zoodra mogelyk bestem ik 'n paar vrye dagen om uw museum te zien, en nog een en ander, (ook onze rekening) aftedoen. EenGa naar eind1. van den heer Holle ontv. brief zegt me wat ik reeds van u wist. Ik ben benieuwd of uw gissing dat dat horloge er nog is, of nog te krygen is, gegrond zal blyken. Wees zoo goed me dat zoodra ge iets weet, te schryven. Ziehier adressen:
Nu dàt zal wel genoeg (en te veel) zyn! | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 320]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ja, ik voel me zeer moê. En de opbrengst is op zeer veel plaatsen niet byzonder. Enfin! Hartelijk gegroet van tt Dek
Holle zegt dat hy 't geld van die meubels niet hebben wil. Waarom schreef hy er dan over? Dat horloge schynt hem (of een der dames) na aan 't hart te liggen. Ik wou dat we 't terug hadden! |
|