Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[11 januari 1880
| |
[pagina 197]
| |
Ik ben bly dat ik m'n horloge weer heb. - Gister wat eigen thee gekocht. De menschen in den winkel bleken my te kennen. Ze vroegen hoe 't met m'n kortademigheid was? - Haspels zei me, dat Edu ‘'n paar lessen gaf.’ (in 't italiaansch?) o.a. aan 'n dame. Nu, we spraken daarover heen. Maar nu kreeg ik van ochtend 'n brief van Mevr. Lehr waarin o.a. ‘zeer toevallig heb ik Uw zoon leeren kennen, die my thans tot leermeester strekt. Ik vind hem 'n lief jong mensch.’ Dus: die ‘dame’ is zy. Ik ben werkelyk benieuwd haar over hem te hooren. Maar bezoeken maak ik ditmaal te Rottm niet. Men moet het toch schoon vinden in haar, dat zy by alle verwaarloozing van myn kant, altyd even hartelyk blyft. - Gister vergat ik, 't briefje van Mathilde intesluiten. Ik ben nu boos op haar. Verbeelje, Haspels vroeg me of ik iemand kende die Amedée heette. Ze heeft onder dien naam aan Haspels 'n hoogdravend briefje geschreven met de vraag of hy niet het publiek in de gelegenheid stellen wou 10 gl. of 20 gl voor 'n plaats by m'n voordrachten te betalen? Ze kon op haar vingers narekenen dat H. me dit zeggen zou. Ook aan hèm geeft ze ‘poste restante’ (Amedée) op, als adres. Ze kàn niet zyn zonder agiteeren! En hoe dom! Alsof niet ieder zooveel voor 'n plaats kon betalen als-i wilde, door véél plaatsen te nemen! - Ik moet nu toch erkennen dat ik liever hier zit dan te Gouda, vooral daar ik hier 'n beste kachel heb. Makkelyker stoken dan zoo'n open haard met briquetten (?) is er niet. Ze gaan nooit uit, en makkelyk aan. Ook valt er nooit gruis bezyden. en 't is niet vuil om aantevatten. - Schreef ik je al dat ik n kleiner koffer gekocht heb? - De 100 mark die Haspels je zond, kosten hier 59.45 gl. Dat is à ± 1,68 mark de gulden. en dus komt het hier of dáár wisselen nagenoeg over een uit. - Veel kussen van papa aan z'n lieve Woutertje, papa z'n eigen zoontje en zoet hart en lieveling. - Ik ga nu eens 'n briefje aan Betsy schryven.Ga naar voetnoot2. Zondag avend Dàt heb ik gedaan. Ook aan Christien.Ga naar voetnoot3. Wanneer ik in Hoorn zal komen weet ik nog niet. te Utrecht waarschynlyk nà den 16n. Ook aan JeanneGa naar voetnoot4. heb ik geschreven, en wel dat ik dezen keer in | |
[pagina 198]
| |
Haarlem komende (NB. vyf spreekdagen achter elkaar!) geen notitie van haar neem. Van middag na 't eten (op m'n kamer) heb ik 'n dutje gedaan. Den heelen dag heb ik geschreven en gelezen en m'n papieren wat geregeld, zoodat ik nu vrywel op orde ben in m'n hoofd. Dat is veel waard. Ook 't kofferwezen is nu goed. Altyd moest ik om by m'n trommel te komen al m'n kleren er uit halen, en dan meestal den boel op den grond gooien. Daar nu m'n trommel en schryfgerei in 't kleiner koffer is, zonder bovenlast, is dat veel makkelyker. In den grooten koffer zyn nu alleen kleeren. - Ik ga nu, in 't donker, 'n luchtje scheppen. Morgen ± 12 uur naar Amsterdam. - Ik zal dezen maar op de post gooien, dan weet je wat van me. Dag beste Mies, dag m'n lieve manneke. Ik denk morgen avend te lezen over ‘elke deugd heeft onechte zusters &c.
voor Haarlem vroeg ik 'n onderwerp aan Jeanne.Ga naar eind5. |
|