Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 143]
| |
Genève, Place des Alpes 2 3 dec. 79 Beste Dekker. Vriendelijk dank voor de zoo gastvrije gedachten die telkens bij U opkwamen, ook toen gij het huisje te Geisenheim huurdet. Maar ik vrees dat er van wonen in Duitschland niet veel komen zal... - Krijgt Publiek later iets van uw studie over Bilderdijk en zijn tijd? Dewijl gij 't zegt, geloof ik dat schrijven uw specialiteit niet is, maar wiens specialiteit is 't dan wel? Van Domela Nieuwenhuis eindlijk een brief gehad. Mijn opmerking over de huisbaas verhouding had hem opgewekt. Ik zal ReclusGa naar eind1. niet meer over U schrijven. Hoe is 't mooglijk dat zulk een geest geen gouvernement, geen erflatingen enz. wil. (....) lees slechts de Haarl. en Ge kent haar onpartijdigheid jegens u. Als Ge Post,Ga naar eind2. een uwer vereerders in den Haag, ontmoet, schrijf me dan na al uw vermoeienis en uitrusten eens Uw oordeel. Ik ken hem slechts door brieven. JennyGa naar eind3. heeft haar moeder, zuster en broêrs, die tegen haar samenspanden, gezegd dat zij heen konden gaan. De moeder had haar verweten, dat zij te Rolle met scheeve oogen werd aangezien omdat haar dochter vóór de 9 maanden na 't huwelijk een kindje had gehad. Ik heb J. geantwoord dat de reden vermoedelijk was gelegen in het feit, dat de moeder de dochter met mij had laten gaan naar Genève, ondanks haar kennis aan onze liefde, gespeculeerd had op haar zwakheid, op een zwangerschap, op een huwelijk, en dat dit de reden van mijne koelheid en van die mijner moeder was. Het oude wijf is den volgenden dag naar Rolle teruggekeerd, na hier bij de ‘patroons’ harer zoons te hebben verteld dat zij als een teef was weggejaagd geworden door haar eigen kind. De zuster speelde comedie, deed alsof zij een dienst als ‘meid’ zocht, weende toen wanhopig, vermurwde J. met Nieuwjaarsgeschenken, en doet nu alsof er niets gebeurd was. De broêrs blijven ook hokken. Gisteren heb ik hun weder eens de waarheid moeten zeggen over hun traagheid, gemis van fierheid, van dankbaarheid, van energie enz., maar heden begon een hunner weder tegen J. zijn moeder gelijk te geven. Vermoedelijk zal hij weldra zijn moeder moeten volgen. Hij was jaloersch toen ik ook zijn | |
[pagina 144]
| |
broêr nam! De twee jongens werden schandelijk geëxploiteerd. Daarom gaf ik hun huisvesting en kost. Hier althans konden zij ook wat geld verdienen, te Rolle niet. Maar zij schenen den aard van hun vader te hebben en al hun vroeger lijden te hebben vergeten. Niet alleen kan ik niet meer voor hen doen, maar wil 't ook niet, om hun karakter niet te dooden. (....) ras van de verwoestingen der koffi-wijn, andere luizen, aardappelkever, enz. Over Piepers' kroeg welsprekendheid zal ik zwijgen. Huet zendt aan de Haarl. Cour. precies denzelfden mailbrief als aan 't Alg. Dagbl. v. Ned. Indië! Hoe arm! Dat lijkt niet op de koningin die daaglijks van kleed verwisselt. Hij houdt overal in Holland denzelfden voordracht. - Gy weest me eens op uw hond die altijd onanie pleegt en toch opgewekt blijft. G. tav Jacqes vertelt van een 90 jarig cavaleriegeneraal die 't zijn leven lang daaglijks 2 keeren deed! Gij vroegt ook eens aan iemand die zich verontGa naar eind4. (....) re.r v.h. Soerab. Handelsbl, kan zich beroemen de (....) schrijftenaciteit verzwakt heeft. - Vuile Hollanders! Als ge aan uw brieven geen publiciteit wilt gegeven zien, zegt 't dan s.v.pl. bij elk verboden onderwerp. Anders bezwijk ik voor de verleiding. Kus Wouter. Zijt beiden hartlijk van ons de hand gedrukt. Groet in den Haag Vosmaer en ook maar Plet. Met Domela Nieuwenhuis ben ik natuurlijk verzoend. Uw vriend Roorda
Hoe komiek! v.d. Putte president van 't ‘wetenschappelijk’ Noord-pool-comité! Ik schrijf dan ook niet in voor den 3en tocht. - De roem van 't voorgeslacht bewaard door iemand voor wien uw en zelfs Stieltjes'Ga naar eind5. roem een doorn in 't oog was! |
|