Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[25 july 1879
| |
[pagina 79]
| |
't liever elders hebben doen drukken, maar ter wille mijner reis moest ik snel een stel bladen hebben en daarom koos ik de drukkers die U zooveel ergernis te verduwen gaven. Wees er echter gerust op dat ik nooit weêr met hen zal aanbinden wanneer 't Uw werk geldt. Dat het denkbeeld van zoo'n klein gebonden uitgaafje in den smaak mijner confraters viel, is mij duidelijk gebleken. Ik twijfel dan ook niet of 't publiek zal 't even gaarne ontvangen. Met 1e October denk ik 't te verzenden. Over drie weken ongeveer zal ik echter reeds exx geheel gereed hebben, wilt Ge dus eerstdaags reeds eenige ontvangen, meld mij dan maar hoeveel ik er U zenden zal. Dat taal en stijl van Juffr. Toussaint U niet behaagt, verwondert me niemendal. Eigenlijk ‘opgang’ hebben hare boeken dan ook nooit gemaakt, uitgenomen haar Lauernesse, en Majoor Frans, en het laatste nog wel alléén om de karakterteekening van de hoofdfiguur. Die beide boeken hebben dan ook alléén meer dan twee drukken beleefd en ik betwijfel zeer of de respectieve uitgevers wel zaken gemaakt hebben bij dien 2n druk harer opera omniaGa naar eind1.. Toen ik nog winkelier was, lukte 't mij nooit een harer boeken te verkoopen: men vond haar schrijfwijze al te gezocht en te taai. Bedenk echter hoe zelden een goede oorspronkelijke roman hier te lande verschijnt en Ge hebt den sleutel waarom toch altijd naar een nieuw product van Mevr. Bosboom gegrepen wordt. Onze armoede op dat terrein is zoo groot dat ik, die ieder jaar gewoon ben een oorspronkelijke roman als premie bij mijn blad te geven, voor 1880 een van Mevr. B. heb aangekocht, omdat geen enkelen onzer bellettristen iets van dien aard in de pen had. - Bundel I is nu weldra gereed. Kan nu Woest terstond daarop de Verspr. Stukken en de Minnebrieven drukken? Of zijt Ge soms gereed met Vrijen Arbeid en Pruisen en Nederland? De zaak is maar dat hij direct kan voortgaan. Bundel II der Ideën kan desnoods nog wachten tot 't late najaar of den winter. Uit uw plan tot verhuizing naar Geisenheim zie ik dat Ge althans vooreerst 't denkbeeld tot vestiging bij Nijmegen hebt opgegeven. Kwam u dat bij nader inzien niet wenschelijk voor? Toch is 't op Berg en Dal ook heel lief. Ik was daar dezer dagen en | |
[pagina 80]
| |
vond het er prachtig en bijzonder geschikt voor een man van studie. Wees met Mimi hartelijk van ons gegroet. Woutertje maakt het zeker steeds goed? Leeft gelukkig en gelooft mij steeds Uw trouwe G L F |
|