Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[30 mei 1879
| |
[pagina 64]
| |
schryf ik 't gemaal dat we nu met V.S. gehad hebben, toe. Hy heeft geen notitie willen nemen van myn vooruitgezonden ‘nota voor de Drukkery’. Ik had daarin den last met het pas maken der blzz. voorzien en ‘beseitigt’Ga naar eind1.. Enfin, 't is nu afgeloopen. D.h. ik heb nog altyd geen revisie van 't laatste vel, waarom ik uitdrukkelyk verzocht, omdat ik ze voor noodig hield. Ik zal daarom, gelyk met dezen, pr postkaart nog eens vragen. Uw Eerst a/w. geëmpl. zal er dan wel voor zorgen dat ik ze kryg. - Ja, ik ben wel op-orde, maar bespottelyk zwak. Dat zal wel zoo blyven, of nog erger worden. By de minste inspanning voel ik terstond vermoeienis. Ik lees telkens (in m'n gedachten) ‘heden overleed na langzaam verval van krachten’ &c. Komiek! Nu is 't mogelyk dat ik weer wat opknap als ik van den vervelenden hoest af ben, die me bynaGa naar eind2. alle nachten plaagt. Het begint zoodra ik me neerleg. Zoo begon ook de ziekte waaraan m'n broêr uit den Helder gestorven is. Het sterven zelf komt me niet onaangenaam voor, wèl dat ik - als het te gauw gebeurde - zooveel onafgewerkt zou laten. Dit, en tevens het besef dat ik de Ideen nu voor de laatsten keer korrigeer, heeft inderdaad invloed op m'n werk, en tevens op 't antwoord dat ik te geven heb op Uw vraag naar ‘Verspreide Stukken’ & die 2 Vrye Arbeiden met Pr. & Ned. De eerste drie vellen Ideën van Bundel I hebben me vreeselyk lang opgehouden - (ook omdat er één bezending op de post is weggeraakt, nam vel 3 van m'n korrektie.) Telkens was ik ontevreden, niet over Woest, o neen, maar over my zelf, zoodat ik genoodzaakt ben geweest hun 'n brief vol excuses te schryven, met aanbod de door myn schuld veroorzaakte extra onkosten te vergoeden (Ze hebben er niet op geantwoord, zeker omdat ze dat niet verlangen) Ja, telkens beviel me een-of-ander niet, dat me zóó dóórgaande in alle volgende bundels zou geergerd hebben. Nu is alles naar m'n zin, en ik voorzie dat ik byna doorgaande geen revisie zal noodig hebben. Ik korrigeer dan ook de kopie wel driemaal, en de nauwkeurigheid van Woest laat niets te wenschen over. Zoodat van nu af die I en II bundel snel zullen afloopen. Maar is nu Uw wensch dat Verspreide Stukken en de Vrye Arb (met Pr. & | |
[pagina 65]
| |
Ned) worden gezet vóórdat Ideen I & II àf zyn? Is dit winst van tyd, als die dingen toch by Woest worden gedrukt? Ge kunt er van nu af aan, zeker van zyn dat Ideën I & II meestal zonder revisie klaar komen. Ik weet van vroeger dat Woest soms 4 vel tegelyk onderhanden heeft. Als-i nu de helft van z'n werkkracht besteedt aan wat anders, verliezen we aan 't een wat we aan 't andere winnen. Of zie ik dit verkeerd in? Of wildet gy voor die andere dingen 'n anderen drukker nemen? (Over bundel VII van Los, hebben we niet te klagen. Ik begryp waarlyk niet hoe hy met die V.S. zoo geknoeid heeft! Of hadt gy u zooveel moeite voor bundel VII gegeven? Dat behoorde eigenlyk niet.) Zou 't ook goed wezen om de Verspreide Stukken en dat andere (als ze by Woest gedrukt worden) daarmee terstond na bundel I te beginnen. Bereken den tyd die daartoe verstryken moet, niet naar m'n geseur met de drie eerste vellen. Van nu af, zal 't snel gaan. - Mies en ons lief kind zyn wel. Die kleine kerel is 'n voorbeeld van 'n kind. Een waar geluk op m'n ouden dag, en ook voor Mimi zal hy na m'n dood 'n steun zyn, juist omdat-i haar noodig heeft. Eduard is te Rotterdam. Hy heeft me beloofd te ‘studeeren’ en ik zend hem 't daartoe noodige. Ook is 't plan dat hy in 't Najaar zal geëmployeerd worden by 't Museum van plastische Leermiddelen van de hh. Van der Hoeven & Buys. De bedoeling is dat-i daardoor in-staat zal komen zichzelf te helpen om in natuurkunde of medicynen te promoveeren. Zegge: ‘bedoeling’. Of 't lukken zal is 'n andere vraag. Nu ben ik al vermoeid van dit briefje! Hartelyk gegroet, beste Funke van tt DD |