[22 februari 1879
Brief van Multatuli aan J. Waltman Jr.]
22 februari 1879
Brief van Multatuli aan J. Waltman Jr. Dubbel velletje postpapier, waarvan 1-3 beschreven. (M.M.)
den Haag 22 febr
hotel Keizershof
Waarde Waltman, ik heb hier woensdag gesproken, en wilde den volgenden dag by U komen of althans gister, vrydag. Maar ik heb 'n tocht of kou (?) op de keel gehad zoodat ik niet spreken kon. Ook alle andere kommissies waarby geluid geven tepas kwam heb ik moeten uitstellen. En, ook bovendien voel ik me onwel. Juist hier in den Haag heb ik nogal verdrietelykheden. En dan niet te kunnen spreken, zooals gister en eergister. Nog is m'n keel niet in orde, maar 't betert toch.
Vandaag en morgen (Zondag) blyf ik nog hier, daar ik eerst maandag te Utrecht spreken moet. Nu heb ik 'n vriendelyk verzoek aan U. Zoudt ge de goedheid willen hebben, heden of morgen (Zondag) even by my te komen? Dan kan ik de dingen die ik hier heb aftedoen beter regelen dan als ik nu naar den trein ga. Alle spoorzaken maken me lam, en ik ben reeds zwak zonder dàt. En wilt ge dan zoo goed zyn, my te doen weten hoe onze rekening staat? Neem s.v.p. 5 Mill. St. en 5 Specialiteiten voor me mee.
Intusschen vriendelyk gegroet
tt
DD
Als ge morgen wilt komen, kom dan svp liever in den voormiddag dan later. 't Kon zyn dat ik morgen namiddag niet te laat van hier wou gaan om vóór ik naar Utrecht ga, noch eerst naar Arnhem te stoomen waar ik misschien m'n koffer zal deponeeren om daarnà by de lezingen te Zwol, Kampen, Zutfen &c één hoofdkwartier te hebben. Te Arnhem namelyk logeer ik niet in 'n geldverslindend logement. -