Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[1 mei 1878
| |
[pagina 527]
| |
wen dat daaraan ten grondslag lig. Ik kan nu begrijpen dat ze behoefte gevoelen hun hart uit te storten, bij iemand die zij dan toch vertrouwen. Ik voelde dat toen ik dien avond bij u was. Dikwijls heb ik hen benijd, die zich gelukkig gevoelden in 't geloof aan hunnen God om den steun die ze daarin vonden bij het volbrengen hunner plichten dat ons toch dikwijls zoo moeielijk valt. Waarom stelde ik in dien God geen belang, waarom had ik een afschuw van die liefde die een gebod is en verwenschte die christelijkheid, die mij voorkwam niets te zijn dan huichelarij. Stond ik zóó laag, dat ik het schoone niet kon vatten, wat anderen in hun Godsdienst meenden te vinden. Ik mistte iets zonder er iets anders voor in de plaats te kunnen stellen. O nu niet meer nadat ik u hoorde. t Is me of gij een gordijn hadt opgelicht, waarachter zulk een verblindende glans mij tegenstraalde dat het gehéél mijn verder levenspad verlicht en mocht mij soms de weg wéér moeielijk vallen, naar het punt waar ik zijn wil, dan zullen Fancy's heerlijke woorden Ge moet zóó willen dát ge kunt mij kracht geven. Schoon is het om op niets laag neer te zien niets klein te achten vooral voor ons vrouwen wier wereld uit zoogenaamde kleinigheden bestaat. Een heerlijke taak is ons toevertrouwd, in de opvoeding onzer kinderen. Hen op te leiden tot degelijke, zelfstandige menschen, met een hart vol liefde en een open oog voor al het schoone dat hen omringdGa naar eind1. zie daar mijn ideaal. Hoe is 't mogelijk dat sommige vaders hunne kleine maatschappij verwaarlozen, omdat zij meenen in de groote te moeten uitmunten. Nog een ding wenschte ik u te zeggen eer ik eindig. Het hinderde mij toen ik bij u was en u mijn naam zeide, dat ge mij vraagdet of het nieuw gekozen lid der 2de Kamer mijn echtgenoot was. Ik heb veel verdriet van den afloop dier verkiezing. Nooit heb ik geweten hoe men tot lid dier Kamer gekozen? neen er dóórgehaald wordt. Ik kan geen vrede hebben met een uitslag die verkregen werd door zoveel onwaarheid en intrigues en de geruststelling ‘och zoo gaat het overal’ bevredigdGa naar eind2. mij niet. Laat mij een klein plaatsje in uwe herinnering innemen als een der velen die ge den weg gewezen hebt tot wáár geluk. Uwe toegenegene Emérance Bredius Cost van Doorninck Wilt ge me veroorloven u nu en dan te schrijven? |