Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[27 april 1878
| |
[pagina 510]
| |
Wat Bc betreft - waartoe toch die anonymiteit? - hij doet me een vreemde vraag. Namelijk, waarom zooveel knappe lui M's grondige geleerdheid prijzen, terwijl ik van schijngeleerdheid gewaag. Laat hij dat aan hen zelven vragen! Intusschen waarschuw ik hem, dat één der door hem genoemden hem in dat geval niet zeer pleizierig ontvangen zal. Want als Bc aan Dr. J. van Vloten vraagt: ‘Waarom vindt ge M. zoo geleerd?’ zal die Dr. uitroepen: ‘Geleerd!? Hebt gij dan mijn “Onkruid onder de tarwe” niet gelezen? Ik dacht, dat ik in dat boekje van M. niets had overgelaten.’ Tot zijn voorlichting leze Bc dus dat geschriftje. De Heer Meys dank ik vriendelijk voor de humane, voor mijn gevoel al te vleiende wijze, waarop hij mij tegengesproken heeft. Wij zijn het trouwens in enkele punten tamelijk wel eens. Overigens roert hij zaken aan, die - hij zal het zelf erkennen - zeer bezwaarlijk in een courant kunnen besproken worden. Die quaestie van de overbevolking - waarover vooral vaders van bijzonder talrijke huisgezinnen zich sterk ongerust schijnen te maken - wordt beter in een besloten kring, dan in het openbaar behandeld. U, Mijnheer de Redacteur! dank ik voor de opneming dezer regelen. Ik beloof u, dat ik verder over dit onderwerp zwijgen zal. Uw Dw.Dr. A.J. Oort |
|