Volledige werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 505]
| |
Hotel Weimer Donderdag lieve Mevrouw, Gist'ravend thuiskomende- ‘thuis’, godbetert! In 'n logement waar hooren en zien me vergaat van 't leven op den trap, en waar ik niet eens 'n kast heb waarin ik schryvery kan bergen, zoodat ik telkens alles dooréén moet gooien. En de onzekerheid over het terechtkomen van m'n brieven! Beter: de zekerheid dat ze niet terechtkomen! Enfin! Ik bemerkte dan dat ik te veel gezegd had toen ik U beloofde een Ex. ‘Chandosse’ en een ‘Hoogheid’ te zenden (van de Chateleux en Holda). Om op reis naar huis m'n koffer niet noodeloos te bezwaren had V. Helden (m'n factotum) al wat boek was in 'n kist gepakt en uit de Westerstraat naar Wiesbaden geëxpedieerd. Uitgaan om die dingen te koopen kan ik niet, daar ik altyd aan 't dwalen raak. Meent ge dat ik gister de beloofde visite heb kunnen maken? O neen! Na 'n uur zoekens ben ik doodvermoeid naar 't logement gegaan, wat ook weer veel bezwaar in had! Men kan zich niet voorstellen hoe pynlyk en lastig die kwaal is! Sedert ik met afmattende inspanning die voordrachten hield (en nog wel voor 'n opbrengst die de knecht van Dickens versmaden zou!) ondervond ik niets dan tegenspoed. Ik voel me dan ook zoo uitgeput dat ik telkens er aan denk op eens naar huis terug te keeren. Maar dit kan ik niet daar ik in Holland zaken heb te regelen die geen uitstel kunnen lyden. En de brieven die ik daaromtrent wacht, ontvang ik niet! Het is om krankzinnig te worden van ergernis. Na vriendelyke groete ook aan den heer De H. met hoogachting Uw liefh. vriend DouwesDekker
Ik ben zwaar verkouden ook. Dit vind ik over 't geheel, zeer nuttig. Maar 't schikt me niet op 't oogenblik. |
|