een jarenlange ziekte wegens twee zware oorlogsverwondingen nog aanzienlijke afbetalingen voor verpleegkosten en bovendien voor de aanschaf van een paard moet doen. De gedachte dat het arme kind zijn leven lang bij mensen moet wonen die zijn verzorging en opvoeding, hoe gewetensvol ook - dat kan ik niet genoeg benadrukken - toch in de grond van de zaak uit materiële motieven op zich genomen hebben, drukte mij zeer, ik wist alleen geen uitweg. De moeder van het kind, de weduwe van een man uit een oud adellijk geslacht, heeft twee vrijwel volwassen zonen, 16 en 15 jaar oud, en een meisje van 10 jaar - had het ongeluk haar man te vroeg te verliezen. Nu zult u mij vragen waarom ik haar niet getrouwd heb. Die vraag kan ik niet beantwoorden. Ik heb mijn achtenswaardigheid en grootmoedigheid tot over de grens van de redelijkheid ja zelfs tot zelfverloochening toe op het spel gezet, verder kon ik niet gaan, als ik enige achting voor mezelf wilde behouden.
Neemt u het mij alstublieft niet kwalijk als ik u er niet meer over vertel en vat u ook deze uitlatingen op als in het diepste vertrouwen gegeven - ik wil niemand een verwijt maken, ik probeer slechts bij benadering de motieven voor mijn optreden bloot te leggen. -
Doopbewijs en pas van de kleine zal ik mij dadelijk laten opsturen - ik zegen zelf het ogenblik waarop de arme jongen een werkelijk liefdevol thuis krijgt en verklaar me bij deze bereid tot ieder materieel offer voor zover dat in mijn vermogen ligt. -
De moeder van het kind ziet door haar familieomstandigheden de bevrijding van deze zorg niet op grond van materiële overwegingen, want daar heeft zij geen last van, maar om haar al volwassen kinderen en haar familieleden die slechts een deel van het treurspel kennen, met verlangen tegemoet.
Vereerde, geachte mevrouw, u wenst nu te weten, op welke manier dit kind u volledig kan toebehoren - wilt u de arme jongen werkelijk als een klein medelid van uw familie opnemen, dan dient u eenvoudig van rechtswege de adoptie van het kind te verkrijgen - de moeder en ik zouden dan voor het gerecht onze instemming betuigen.
De moeder bezit weliswaar vermogen, maar dat behoort, aangezien het door de vader is ingebracht, aan de kinderen toe - zij heeft slechts het vruchtgebruik - of zij iets wil of kan doen, daar zal ik schriftelijk bij haar naar informeren en u, als u mij toestaat, het resultaat meedelen.
Een tweede mogelijkheid zou zijn dat ik zelf het kind adopteer en het aan uw vriendelijke hoede toevertrouw met alle daaruit voortvloeiende rechten - voor mij is slechts van belang dat ik de arme jongen een moederhart en een echt thuis bezorg zodat de stakker niet hoeft te lijden onder de schuld van zijn ouders. - Het arme schepseltje heet Eduard Beermann, de familienaam van de moeder, is op de 26e januari 1876 in Sulzheim bij Schweinfurt geboren - de voogd van het kind, natuurlijk slechts voor de vorm, aangezien ik de zorg heb overgenomen, is Dr. Rauch in Sulzheim. Nu meen ik, voorzover de omstandigheden het vereisen, u