Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877

[22 december 1877
Bijdrage Tiele in De Nederlandsche Spectator]

22 december 1877

Bijdrage van P.A. Tiele aan De Nederlandsche Spectator, no. 51. (K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)

Het grafschrift van Isaac Lemaire.

De lezers van Bakhuizen van den Brink's ‘Isaac Lemaire’ zullen zich het zonderlinge grafschrift herinneren, waarin vermeld wordt hoe hij

van Godt den Heere soo ryckelick
gezegent is geweest dat hij in 30 jaren
tyts (behoudens eer) overloren heit over
de 150000 guldens, enz.

B. merkte op, dat een 0 op de grafzerk vergeten was, want dat Lemaire niet 150,000 maar 1,500,000 guldens had verloren, en wat den zonderlingen vorm ‘overloren’ betreft, daartoe verwees hij naar de taalkenners.

In afwachting dat eenig taalkenner dien vorm ook elders aantreft

[p. 789]

deel ik hier de volgende conjectuur van onzen Multatuli mede,^1. die zoo eenvoudig is, dat menigeen zich zal verwonderen, zelf niet op het denkbeeld gekomen te zijn. Maar zoo ging het naar de traditie met het ei van Columbus ook.

Zie hier hoe de vergissing waarschijnlijk ontstaan is. In het opschrift dat men den steenhouwer gaf om uit te beitelen, zal een o vergeten zijn en er aldus zijn bijgevoegd

tyts (behoudens eer) verloren heit over
de 1,500,00⁰ guldens.

De steenhouwer die misschien niet eens kon lezen, heeft gemeend dat die o in den bovenregel t'huis behoorde en heeft daardoor het toch reeds zonderlinge grafschrift nog raadselachtiger gemaakt.

P.A. Tiele

1. Zie de brief aan Tiele van 9 december 1877.