Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[19 december 1877
| |
[pagina 788]
| |
drietelykheden zyn het die me zoo onvruchtbaar maken. Sedert jaren ga ik gebukt onder leed dat me telkens of in woede doet opspringen, of dat me verdooft. En om veel redenen wil ik 't niet noemen, 'tgeen me zeker wel eens 't aanzien geeft van iemand die met verdriet pronkt. In godsnaam! Ik weet dat ik de waarheid zeg, en ook dat ik niets liever wilde dan prettig en vrolyk zyn, zooals primitief m'n aard is. Maar nu je vraag. Ik durf er niet op antwoorden. Gaan de krachten der vrienden die je byeenriep, zoo ver dat ze my nog 500 glGa naar eind2. kunnen bezorgen? Ik sluit nu terstond. Anders verscheur ik m'n brief weer, zooals ik reeds drie keer gedaan heb. Hartelyk gegroet. Dek Laat niemand boos wezen dat ik hem niet afzonderlyk noem. - Ja, ik wil wel in Holland komen, ofschoon - nu dan, ik wil wel. Maar ik moet vóór dien tyd andere dingen hier regelen. Er is 'n huiselyke of liever familiezaak die me (zooals men in 't maleisch zegt) den lever opvreet. |