Volledige werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877
(1987)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[21 maart 1877
| |
[pagina 651]
| |
(in 'n stuk N.B. waarin hy te velde trekt tegen 't gebruik van vreemde woorden, zegge woorden. De ideen komen er dus minder op aan.) Ik schreef onmiddelykGa naar eind1. aan Vosmaer: ‘Kerel, wat doe je daar! Ik ben juist bezig met... &c en daar ga jy met Ten Brink aan 't kibbelen of we by Franschen of by Duitschers moeten klaploopen!’ Ik gaf hem in overweging of-i kans zag z'n blunder (dit wàs en is het! Hy had de eenvoudige waarheid overzien dat de kwestie tusschen T. Brink & hem geen kwestie is, en dat we ons eigen vuur moeten slaan) of-i kans zag z'n blunder goedtemaken. Ge begrypt dat ik Vosmaer niet graag aanval. By die gelegenheid zond ik hem de afgedrukte vellen ter inzage. Daarover geschryf en gewryf. En zie in den Spectator van 17 dezer komt ook Loffelt in 't spel, en alweer met gelyksoortige praatjes, zoodat ik m'n bitterheid over dat vervloekte wegloopen met vreemden moet inslikken! Want ook Loffelt mag ik niet toespreken zooals ik Tenbrink zou doen en de zeer velen die niets doen dan naschryven. Nu moet ik al m'n kopie veranderen en omknoeien. Dat is de reden dat ik u met deze post niets kan zenden. Wel zyn er blaadjes die gedrukt zouden kunnen worden maar ik heb moeite met de aansluiting.- Zekere zeer barre uitdrukkingen - of liever 't heele beloop van m'n betoog moet veranderd omdat 't nu den schyn heeft alsof ik zooGa naar eind2. ruw tegen Vosmaer en Loffelt te werk ga. Dit mag niet om 100 redenen. Hartelyk gegroet tt DD heeft men op 'n bonnetje van my by U 1 Bloemlezing & 1 Bruid daarboven afgehaald?- Vosmaer beweert dat ik hem in de vellen 20, 21 & 22 in 'n belachelyk daglicht stel. Ik begryp er niets van, maar hy is zeer prikkelbaar.- Ik heb Nonni nog niet geantwoord. Ik weet er geen weg mee! |