inschikkelykheid. Ook uw brief van gister is weer zacht en vriendschappelyk. Dit vind ik zeer schoon, en ik dank u wel.
Maar m'n geseur moet uit zyn! En - zonder de minste zoekery van spykers op laag water, want ik spreek nu maar van de laatste weken of dagen - op dit oogenblik heb ik wat minder schuld dan over 't geheel. Kyk, eerst raakte dat vel 21 zoek. Daarop volgde de verandering in de letter der noten die me nóg meer in den brand jaagde over de ruimte en daar ik uit schuldbesef verlegen voor u was, durfde ik niet protesteeren. Vervolgens 't wegblyven van vel 22. Ik vreesde dat het weer weg was, en schreef er J.v.B. over.
Gister ontving ik het, en 't gaat met deze post naar Utrecht. Heel bly was ik daarin te zien dat ge toch weer kleine letter hadt ingevoerd. Al voel ik nu nog erg last van de nauwte, toch is 't iets beter.
Ook gaat gelyk met dezen aangeteekend vervolg kopie aan Boekhoven. Dat zal genoeg zyn voor vel 23. Dan houd ik 't vervolg en slot (?) liggen om uittekomen met Uw bestek.
Wees nu zoo goed me op 't alleruiterste optegeven hoeveel ik vullen mag? Hoe meer hoe liever. Elke bladzy meer is me welkom. Sta me svp. zooveel toe, als uw bandjes vatten kunnen.-
Gek dat ik, suf en onvruchtbaar, fysiek zoo wel ben. Er mankeert me niets. Ik herinner me niet ooit gezonder geweest te zyn.-
Dat ik veel (te veel) bezoek uit Holland kryg is waar, maar als verontschuldiging gaat dit niet op. Juist dezer dagen weer is Mimi bezig met het afleiden van zulke beslommeringen.-
Groet uw heel lieve vrouw van my. Mies is uit (met bezoekers, weet je)
Hartelyk gegroet
tt
DD
Zeg, waarom zond je, sedert lang al, 't Nieuws niet meer? Nou, als ik m'n geweten wat minder bezwaard had gevoeld, zou ik je daarover 'n erg standje hebben gemaakt. Ik denk er nu aan omdat ik je vragen wou er iets in te plaatsen:
‘Van goeder hand kunnen wy verzekeren dat Multatuli voor 't hem aangeboden lidmaatschap der Maatschappy van Nederlandsche Letterkunde te Leiden bedankt heeft.’-
Dit moet wel. Want ik hoor dat ook de benoeming in de couranten gestaan heeft. Ik ga dus zoolang 't bedanken er niet in staat, door