deed dr. J. van Vloten een goed en loffelijk werk, toen hij in zijn Onkruid onder de Tarwe eens hun ontgoocheling beproefde. Doet ze geen deugd voor die reeds in het net zijn, ze opent misschien velen de ooogen, die anders zouden worden gevangen. Geestig en onderhoudend toont van Vloten de vele gebreken aan, die Multatuli's werken ontsieren en voor al te goedgelovige lezers zelfs gevaarlijk maken. Door dien doolhof van onkruid wijst hij eerlijk den weg naar het goede en schoone, wat er in verborgen ligt. Het is daarom ook jammer, dat hij soms maar niet eenvoudig herhaalde, wat reeds elders geschreven is, in stede van er naar te verwijzen. De studie zou dan nog vollediger zijn geweest. Dat de heer van Vloten niet maar geestig bleef, doch nu en dan vinnig en bijtend werd, behoeven wij bijna niet te zeggen. Indien ooit, dan vond hij thans daartoe gereede aanleiding in zijn onderwerp en niet minder in de ziekelijke en verdwaasde beschouwingen, waarin vele vereerders - ook vereersters helaas! - van Multatuli hebben lucht gegeven aan hun gevoel of aan hetgeen zij daarvoor hielden. Het boekje is net gedrukt (Haarlem, W.C. de Graaff) maar de correctie laat te wenschen. Die van de laatste bladzijden is zelfs slordig. Doorgaans echter zal de oplettende lezer - wij vertrouwen, dat het geschrift er velen vinden zal - ze zelf kunnen verbeteren.