ontving ik een som gelds, door den heer Dekker aan u verschuldigd en die bij mij ten uwen behoeve disponibel ligt. Ik heb derhalve nogmaals de eer u dringend te verzoeken mij van dat geld te déchargeren en mij daartoe het volgens u juiste bedrag te willen opgeven, ten einde het u ten spoedigste te kunnen remitteren.
Dat geld kan natuurlijk niet langer in mijn bezit blijven, daar het niet mij maar u toebehoort.
Het zal mij derhalve aangenaam zijn van UE. te mogen vernemen op welke wijze UE. verlangt dat het opgegeven bedrag u worde overgemaakt.
Wil de gevoelens van bijzondere hoogachting aannemen waarmede ik de eer heb te zijn
UE. Dw. Dienaar
Margadant.
Ingesloten.
Copie.
WelEd. Gestr. Heer!
Onder terugaanbieding van het billet van Mej. Krüseman, dd. Brussel 29 Maart ll. heb ik de eer UEd. Gestr. mee te deelen dat ik blijf persisteren bij 't beleefd verzoek uwe tusschenkomst tot het bereiken van 't beoogd doel wel te willen aanwenden.
Het zij me dus vergund UEd.G. andermaal voor te stellen die dame te bewegen de gelden te accepteren die ik de vrijheid nam aan UEd.G. ter kwijting mijner schuld aan HEd. ter hand te stellen.
Na beleefde groete heb ik de eer met hoogachting te zijn
UwEDG. Dw. Dienaar
(get.) Douwes-Dekker.
Rotterdam, 1 April 1875.