[Bijlage
Herinneringen van D. Haspels]
Bijlage
Opmerkingen van D. Haspels betreffende Multatuli's optreden tijdens de repetities van Vorstenschool. (Woord en Beeld, jg. 5, 1900, p. 219-238). Vier fragmenten.
Mina Kruseman was bij de directie gekomen om te zeggen dat 't schande was, dat niemand 't stuk speelde. De gezelschappen durfden 't niet aan, ze zagen er een parodie in op Willem III. Maar toen besloten wij 't te wagen. Dekker zelf leidde de repetities. Ik weet nog de eerste maal dat hij kwam, in de kleine comedie, een echt stal-achtig ding. Wij wachtten hem op tooneel af, er werd eerewijn aangeboden, en 't orkest, dat achter stond opgesteld, ontving hem met fanfares. Hij hield een mooie speech, naar aanleiding van zijn Ideeën: ‘Er leidt geen weg ten hemel, dan over Golgotha’, enzoo, heel mooi. En daar begon 't; Dekker was vreeselijk hinderlijk bewegelijk, altijd even druk; en hij bleef vóór op 't tooneel, en als je wat deed, kwam hij met z'n neus op je liggen. Beviel 't 'm niet, dan deed'ie 't voor; kranig hoor, dan zag je ineens zoo'n rol léven. En eenmaal bij ziekte van Le Gras, en later toen van Zuylen ongesteld was, is hij zélf ingevallen in de rol van Spiridio en van Von Schukenscheuer, nee maar voortreffelijk! Dien eersten keer kwam ook Vosmaer mee; juist een tegenovergesteld man; alles deftig en kalm wat er aan was. Mina Kruseman en Elise Baert speelden mee, maar dat was veel lawaai en 't viel erg tegen. Ik hoor Mina nog afdraaien op zoo'n toontje:
‘Wat is den arme 't schoon der lente? Niets!
Een sterrenhemel? Niets! Wat is hem kunst?
Wat zijn hem tonen, tinten, geuren? Niets!
Wat is hem poëzie? Wat liefde?...’
Dekker, die op en neer liep in 't parterre, stond bij dat laatste woord in eens stil, en gilde haar toe: ‘juffrouw, zoo wil ik nog geen liefde van mijn keukenmeid!’
Een streng criticus hoor, en begrijp nu is hoe heerlijk ik me voelde, toen hij van mij als Koning tegen Vosmaer zei: ‘Dat is 'ie, zóó moet ik 'm hebben!’ En aan Van Hall en aan zijn vrouw seinde hij: ‘de Koning is goed.’
(....)
Bij 't eerste lezen van die rol in de Ideeën - 't stuk was toen nog niet