[20 februari 1875
Brief van Multatuli aan een onbekende jonge vrouw]
20 februari 1875
Brief van Multatuli aan een onbekende jonge vrouw. Dubbel velletje postpapier, tot midden blz. drie beschreven. (M.M.)
Van deze brief bezit het M.M. een afschrift, van de hand van H.G. Douwes Dekker, beginnende met de notitie: Brief van Multatuli aan een dame, wier naam aan H.G. Douwes Dekker (zoon van Jan D.D.) bekend is.
Er is tussen de beide afschriften geen noemenswaard verschil.
Rotterdam 20 febr 1875
Mejuffrouw!
Eerst heden ontving ik Uwe zeer aangename letteren van den 17n die me van Wiesbaden, waar ik inderdaad woon, werden toegezonden. Ik ben namelyk hier, om de repetitien van Vorstenschool by te wonen, welk stuk eerstdaags te Utrecht en hier (ook later wel elders, denk ik) zal gespeeld worden. Ik ontvang veel brieven! Daaronder zyn er die - hoezeer oppervlakkig op den Uwen gelykende - daarvan afwyken in ééne hoedanigheid -: in eenvoud!
Uwe lieve eenvoudige toon trof my; en even eenvoudig, doch wel gemeend ook, antwoord ik dat ik U vriendelyk dank zeg.
Het is wáár, wat ge zegt: ik had, en heb, veel bitters te verduren.