[18 december 1874
Brief van Funke aan Multatuli]
18 december 1874
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, tot bovenaan de derde bladzijde beschreven. (M.M.)
Amsterdam, 18 Dec. 1874
Waarde Dekker! Ik zond U 't voorwerk V.S., dat zeker nu al weêr op zijn terugreis is.
Wat Tiele's Bloemlezing betreft, werkelijk heb ik, zooals ik altijd doe, verlof gegeven de Saidjah-historie daarin op te nemen. Dat hij dit deed met Uw werkelijken naam, is stellig niet dankbaar en beleefd, maar ik geloof niet dat hij dit deed om het Multatuli-werk te smoren. Zeker weet ik dat Tiele, aan wien ik de permissie gaf, met de Gids redactie niet te maken heeft en dat van Kampen niet zoo laf is om Tiele te animeren Uwe reputatie te verkleinen. Hoe 't zij, ik heb van Kampen er op gewezen dat het onbehoorlijk was het artikel zonder den Multatuli-naam te publiceren en van hem de verklaring ontvangen dat hij de 3000 afdrukken van 't blad waarin het stuk voorkwam, zou doen herzetten en overdrukken en 't boekje niet zou uitgeven vóór dat alles naar Uw begeeren in orde is gebracht. Hoewel 't heele werkje afgedrukt ter verzending gereed lag, was hij terstond bereid de expeditie te verschuiven tot later en verzocht hij verschooning voor de ‘onwillekeurig begane fout’.
Dat ik voortaan, als mij weêr verlof tot overname in bloemlezingen gevraagd wordt, uitdrukkelijk zal bepalen dat men gehouden is de Multatuli-naam te vermelden, spreekt wel vanzelf.
Hartelijk gegroet van
tt
GLf