V. Vloten! Ik weet niet hoe ik met hem ‘aan’ moet. Ook over hem zou m'n oordeel den schyn van overdryving hebben. Dat 's 'n vervloekt werk! Toch zal ik niet op den duur kunnen zwygen op z'n provocaties. 't Is me duidelyk dat-i met my aan den slag wil. Ik gis dat-i ook over onze ‘Ansichten’ over Bilderdyk verstoord is. Pour cause dan! Zie, als litterarisch professer en als Bloemlezer heeft-i Bilderdyk geprôneerd...
(Is't waar, dat in de Bl. uit de werken van Mr WB. al de treurspelen - dus ook de prachtige Floris, maar de rest is niet beter - zyn opgenomen?)
Nu, hy professioneel letterman, heeft zich vergist in de aanbidding van dat kalf. Dit kan hy niet slikken, en ook dáárom, gis ik, mocht uw naam niet pryken onder de Ned. dichters der XIX eeuw. t Is 'n domme zet van hem.-
Z'n beschuldiging van ‘vertoonziekte’ is er met de haren bygesleept. Juist om niet in 't oog te vallen, schryf ik nagenoeg als ieder ander. (Zie voorberichtje by de laatste uitgaaf van m'n bundel I.) En vertoonziek? Na m'n ontslag uit de Indische dienst, wachtte ik vier jaren voor ik 't Publiek in de zaak mengde. Ik knoeide al versjes in 32 (ja vroeger!) en was 40 jaar toen men 't eerst van me hoorde! En zelfs toen nog maar omdat ik, na lang zoeken en pogen, geen ander middel vond. Ligt er niet gratuite kwaadaardigheid in die aanklacht van ‘vertoon
(....)
over de gewichtige ij en y kwestie te vervelend zyn. Ook stáat y typografisch beter. En zy die zich met die kwestie inlieten (Bilderdyk aan 't hoofd) raken zelf verward in hun wysheid, net als Johannes Hilarides, q.v. (blz. 320, bundel V.)-
Jammer dat ge niet den schyn op u moogt laden my natedoen, anders stelde ik u voor om v. Vl. te plagen door 't eens vooral aannemen van de y.-
Ik kreeg van morgen 'n alleraardigsten brief dien ik u graag ter lezing zond, maar ik moet verlof vragen aan den schryver.
(....)
of ik inderdaad zoo'n slechte kerel was als de menschen zeiden? Dát woudi weten, want: hy had anders zoo'n byzondere sympathie voor me. 't Aantal brieven van die soort, is legio. Ook anderen in den geest van dien onderwyzer. Die van vandaag is lief en