[7 november 1874
Brief van Mina Krüseman aan Multatuli]
*7 november 1874
Brief van Mina Krüseman aan Multatuli. (Leven II, blz. 276-277.)
je flaire le danger: ik snuif het gevaar (fr.)
Rotterdam 7 November '74.
Vriendjes lief, ik zit in de misère! - Mijn stuk marcheert niet. Mevrouw de Vries heeft zich en ennemie geposeerd, en de rol van Mina geweigerd, ‘omdat zij geen tweede wil zijn’! Dom schaap, dat een rol afmeet naar de lengte alleen! Mijn God! ik neem aan alle Louize's te écraseeren in de scène met de kris, evenals ik met uw Hansje ook elke Koningin verpletteren zou!
(....)
't Is Zondag van daag, Vrijdag spelen wij!
(....)
Nog iets, gij weet wel dat ik reeds geruimen tijd geleden hier, en ook in Amsterdam geweest ben, om over de costumen, mise en scène enz. enz. te spreken? En nu dacht ik natuurlijk alles klaar te vinden; neen, er is niets.
Men heeft voor Mevr. de Vries de Béatrix van Legouvé opgevoerd, en aan mijn stuk schijnt niemand nog gedacht te hebben. Ik ben eigenlijk wanhopig au fond du coeur, maar niemand merkt daar iets van, op de repetities zelf ben ik zoo vroolijk en aanmoedigend, dat mijn kameraden gisteren al wat bij begonnen te komen; had ik maar tijd dan zou ik ze wel winnen, maar... zeven dagen om in Nederland een stuk te leeren en een troep te winnen!... Ha! daar is uw klein épistel! Dank je Mul! Ook dankje voor den langen brief van?... Och, trouwt toch, ik heb jullie noodig, hoog noodig voor de Vorstenschool, want ik wil voort, ook al valt mijn drama. Je flaire le danger! dat is mijn oude kwaal, en hier