[27 oktober 1874
Brief van Multatuli aan Funke]
27 oktober 1874
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 3 beschreven. (M.M.)
de Pène: in Max Havelaar staat bij de opdracht aan Tine een lang frans citaat van de belgische journalist Henry de Pène.
'n Zaanlandsche Courant: waarschijnlijk het nummer van 11 juli; zie V.W. XVI, blz. 601.
Wiesbaden 27 Oct 74
Waarde funke! Ik zend gelyk met dezen de revisie van vel 1 Havelaar. Zoudt gy zoo goed willen zyn de pers revisie heel nauwkeurig te willen laten kontrôleeren? Ik denk dat dit wel de laatste maal zal zyn dat ikzelf 'n Havelaar korrigeer, en wou graag dat het ding na m'n dood heel korrekt was. dat heet: zoo korrekt als mogelyk, want korrektie is nooit gedaan. In 't vervolg zal ik de eerste proeven wat stipter nazien, maar 't gebeurt wel dat de marge dan wat vol staat met ij's of omgekeerde letters, schoon ik over de Drukkery niet klaag, o neen! Ja, in 't vervolg zal ik beter op de eerste proef passen. Ik haast me dikwyls wat te veel om hem op de post te brengen. Wat die opdracht aan m'n beste vrouw aangaat, zal 't wel noodig zyn dat ik dat blaadje nog eens zie. t Zou gek zyn als er fouten waren in 't stuk van de Pène.
Wilt ge dat Opschrift netjes doen zetten? Het is my een voldoening háár in den Havelaar te noemen, en tevens doe ik dit voor de kinderen.
Eduard schreef me dezer dagen dat ze 'n paar maanden geleden 'n Zaanlandsche Courant ontvangen had (ik had verzocht haar die te zenden) waarin goed over my gesproken werd, en zei:
‘Moeder is er wel drie dagen gelukkig mee geweest.’
Dank voor Onzen Tolk. Ik begryp Uw uitroepingsteekens. Er is nu 'n nieuwe redaktie, schoon ik zie dat Dozy er toch nog in schryft.
Die prins Denderah met z'n ‘leestafel’ is terstond verschwunden, na m'n toespraakje. Toch geloof ik dat het Dozy zelf was.
Hartelyk gegroet
tt
DD