gen buiten my om, en over haar zotte briefjes, stel ik die Stéfanie ten-toon, en risqueer dat ze Non de deur wyst, voor ik gereed ben haar te halen. Net 'n schaakparty!-
Voor 't sluiten zeer goeden brief van Eduard. Hyzelf waarschuwt me tegen die Stefanie.
Nog eens over de Noten in den Havelaar. Och, laat het nu maar zoo blyven dat ik ze allen achteraan geef. Anders zou ik nu weer aan 't splitsen moeten gaan van wat onderaan komt, en wat beter achter staat. Daartoe zou ik nu m'n gedachtenloop breken voor ander werk.
Dankje wel voor Mimi's stukje in ‘Nederland.’ Ik kan er niet goed over oordeelen omdat ik 't zag worden, maar 't komt my nu wel lief voor. En - in betrekkelyken zin - is alles wáár. Ik denk dat het hieraan de waarde ontleent die Vosmaer 't toekent, en volgens hem, anderen ook.
Myn verzoek om Heloise's persoonlykheid niet te ontmaskeren ligt in de vrees dat dan deze of gene Q daaruit munt zal slaan voor kwaadaardige artikelen. Zoodra Mimi's positie gelegaliseerd is - zy heeft geen zin in trouwen, maar om mynentwil en om Non, zal 't wel moeten - mag men weten wie Heloïse is.-
't Zou my innig leed doen als men dien zachten Vosmaer nog verder aanviel over z'n partytrekken voor my. Maar... ik vrees het!
Ik blyf er by dat een eenigszins verkleinde kopie van 't portret dat Mickiwicz te Brussel maakte, 't best zou zyn. Dat is wel 10 jaar jonger dan ik nu ben, doch juist daarom nader aan den Havelaar. Zoodra ik dood ben is 't even geldig als een van vandaag. Kerel, 't zit 'm niet dat ik niet poseeren wil, maar... ik kan niet. Uren vóór ik daartoe uitga beginnen m'n oogleden al te trillen, en - lach er niet om, 't is zoo - als ik 'smorgens wakker word met het idee, straks naar den fotograaf te gaan, vomeer ik. Dit alles is geen tegenzin (dien ik overwinnen moet, o zeker!) maar 'n fysisch gebrek.
Wees hartelyk gegroet van
tt
DD
Peripatéticus!
Ik zal hem wel eens moeten naslaan by de noten op Havelaar - Uw oordeel over Eduard zou my zeer gegrond voorkomen (en