Volledige werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874
(1984)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 664]
| |
Kalverstraatsch Dialect: artikel van J. ter Gouw in de Dietsche Warande, jrg. X, 1874, blz. 571-579. Met naschrift van J.A. Alberdingk Thijm, blz. 580-588. entier: geheel, uit éen stuk. (fr.)
Wiesbaden, 14 Aug 74 beste Vos, Ofschoon ik vrees dat gy te Antwerpen zyt, schryf ik u 'n woordje omdat ik ongerust ben over m'n laatsten brief. Hy vergezelde een pakketje cigarettenpapier dat ik onder kruisband zond. Hebt ge e.e.a. ontvangen? Ik zou 't zoo erg vinden als er 'n brief aan U in den Haag gestolen was! Daar ik 't druk heb, neem ik maar 'n half velletje. Ik moet werken, en heb er nog altyd geen zin in. Liever schreef ik U, en over allerlei. - Gister avend is S. hier gekomen. Hy is 'n goed braaf mensch dien ik - hoe zal ik zeggen? - dien ik vriendschap schuldig ben? Nu, zóó iets. Maar, ronduit gezegd, hy kwam me over de hand. Het drukt me vreeselyk dat ik niet geheel en al oprecht wezen kan, maar hy is een te goed mensch om hem verdriet te doen, vooral daar-i onder schynbaar ongesoigneerde vormen, zeer gevoelig is. Enfin! Zooveel mogelyk zal ik den omgang op M. laten neerkomen. Ik moet my bekorten. Laat me weten of die br. ontv. is. En groet háár. Dag beste kerels.
uw vriend DD
Hoe gek het treffen kan! Ik ontv. van de Geyter 'n uitnoodiging voor Antwerpen, en was genoodzaakt te bedanken. Doch zie, m'n brief werd gekruist door 'n invitatie van zekeren heer Michiels om by hem te komen logeeren, en er bleek me dat ik dan m'n nobelen vrind V. Vloten tot contubernaal zou gehad hebben. Zeker hebben de goeie Vlamingen gedacht geestverwanten by-een te brengen. Hier geen god, en dáár geen god, ergo... sympathie! Dit juist zal me nu bewegen wat meer hartelykheid nog te brengen in m'n schets van pater Jansen. Ik heb lust den eersten den besten geloover om den hals te vliegen. Van ‘Geloof’ gesproken de Vorstand der Evangelischen Kirchengemeinde heeft me met rust gelaten. Ik denk dat ze aldus geredeneerd hebben: ‘liever géén belasting, dan dat het geld aan de Katholieken komen zou!’ | |
[pagina 665]
| |
Schryf me alleen of ge m'n brief hebt? Heusch niet meer. Ja, dat stuk van Thym over Amsterd: Kalverstraatsch Dialect, interesseert me zeer. Asjeblieft! Die Thym is 'n belangwekkende figuur. Ik wou dat-i zooveel van my hield als ik van hem. Hy komt me zoo entier voor. |
|