[15 augustus 1874
Brief van Mina Krüseman aan Multatuli en Mimi]
*15 augustus 1874
Brief van Mina Krüseman aan Multatuli en Mimi. (Leven II, blz. 208-209.)
Rotterdam, Hôtel Weimer.
(Met een Bijbel op de kast!)
Vrienden-lief, j'y suis!
In November wordt mijn drama gespeeld! Ik heb het honorarium aangenomen en de Directie heeft alle condities geaccepteerd.
(....)
‘En aan ons tooneel verbonden wil u niet zijn?’ vroeg een van de Directeuren.
‘Neen, ik wil enkel gastrollen vervullen, nu en dan, als ik een stuk kan vinden dat me bevalt.’
‘Nu, als we dan eens een mooi stuk hebben?’
‘O, een stuk! dàt heb ik al!’
‘Welnu, laat ons dat dan nemen’.
‘Ja, maar hier in Nederland is men zoo bang voor alles!... Anders zou ik zeggen: neem de Vorstenschool van Multatuli, de rol van Louise zal ik spelen, als gij wilt.’
‘De Vorstenschool?... hé, die ken ik in 't geheel niet.’-
‘Ik ook niet,’ riep de andere Direkteur.
‘Ik wel’ enz. (eenige éloges waarmee gij niet te maken hebt.)
‘Welnu, dan zullen we dat stuk eens lezen en, als 't mogelijk is, zullen we 't opvoeren ook.’
Voilà òu j'en suis.
Ik heb natuurlijk mijn Direkteuren ingepakt, vooral met 't aannemen van de fl. 100!
Dus désespéreer je niet, beste Miesje, er is nog kans om eerlijk terecht te komen, ook voor u, wacht maar, 't groote geheim van succès is geduld!
Addio, ik heb geen tijd.
Mina.