ik houd mijn hart vast. Zondag waren wij in Schwalbach. ook daarna had hij het een weinig. Wij schreven dat toe aan den wijn. maar nu? Behalve nu dit zeide hij dat hij zeer wel was. maar toch had hij geen animo. Zijn werk gaat langzaam, en met moeite. 't is zoo pijnlijk hem daar aan z'n tafeltje te zien zitten zich forceeren.
Gister middag had hij nog goed wat geslapen en was dus gister avond helder. Hij liet mij dat stuk van Lubach over Mesmer lezen, in 't album. Dat is een goed stuk zeide hij, maar als alles niet compleet. Wat hij zegt van biologie ben ik met hem eens over clairvoyance. Waarom brengt dat de somnambule en haar bewerkers geen practisch nut aan. Hoe zou hij verklaren dat opzwellen van de borsten en dikworden van de buik dat Schuurman een meisje liet doen.’ Men doet dat niet met z'n wil. Bovendien er is een enorm verschil tusschen de magnetische slaap en gevoelloosheid en ‘wat slaperig te worden’ van staren op een punt etc.
Hij sprak ook over Indie. dat hij er zoo gaarne nog eens heen wilde en mij alles laten zien. Over vruchten sprak hij pisang pompelmoes doerian zuurzak mangka mangistan. hij spreekt daar graag over. 't Was naar aanleiding van 'n slecht geteekenden pisangboom in 't album der natuur. Ook kwam hij op Scherius, van Bömer etc.
- ik geloof dat jij nooit van 'n man zooveel hebt gehouden dan van Scherius, zeide ik.
- O, dat 's waar ik zou alles voor hem gedaan hebben.
- Hoeveel ouder was hij wel dan jij?
- acht jaar, denk ik.
- Ik geloof niet naar alles wat je vertelt van hem...
- O hij, ik geloof hij van niemand veel hield...egoist maar daarbij zoo'n beminnelijkheid... je hadt hem moeten zien. hij was overigens zich zelf 't meest!
De waarheid is dat ik 'n hekel heb aan Scherius. Waarom? Volgens 't geen dat ik er van weet was hij geestelijk verstandelijk en volgens zijn gemoed oneindig D's minderen. Welnu en toch schijnt hij zijn meerdere geweest te zijn. ik meen niet in rang natuurlijk maar in overheersching. D. werd door hem beinvloed. Lichamelijk had hij misschien Vorzüge. nu maar hoe weinig dat op zich zelf zeggen wil weet 'n ieder. D. heeft zich zelf niet in zn macht. ik houd dit voor de oorzaak waarom hij bijna nooit zooveel invloed uitoefent als hem volgens zijn gaven zou toekomen.