Volledige werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873
(1983)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 646]
| |
4 Maart. Nu is hij 53! eergister Zondag was hij jarig. Marie kwam bij ons eten, en we hadden wijn en viooltjes, ieder een bouketje. D spelde 't zijne op z'n chamberlouc en heeft er den ganschen avond mee gezeten. ik sluit het hier in, zijn viooltjes. Marie gaf hem een inktkoker geschenk en ik had 'n fotographie van de kurbadener poort gekocht. en 'n portemonnaie. Zijn oude die eerst van mij geweest was, we hadden hem in Jan. 67 in Keulen gekocht, komt nu bij de oudheden. - Gister avond toen we thee zaten te drinken zei D: ‘he ik ben blij dat we alleen zijn!’ Ik lachte er om. net als of dat nooit gebeurd. alleen eergister was Marie er geweest. Het minste gedwongen spreken vermoeid hem. Oorlog met Atjin! Het stuk in 't vaderland dat op zijn brief aan den koning doelt deed hem genoegen. De hoest nog niet over. ofschoon hij nu wel is, ook werkt hij slecht, weinig meen ik. Eigenlijk niet zoo weinig maar nr verhouding van onze geldbehoeften. Gister heb ik Marcella verzonden.- Ik ben benieuwd, zeide D. daarstraks of Nieuwenhuizen, (de vicepresident van de raad v. Indië, die naar Atjin is afgezonden) geen ongenoegen zal krijgen met de commandant van de schepen. Nieuwhuizen is zeer civiel. - Wie is de chef van de expeditie? vroeg ik - Wel Nieuwenhuis - daarover is geen questie. Maar de militairen - vooral van de marine weigeren altijd dienst. dát is hun fout. Nu eens mankeert er wat aan 't schip, dan is 't volk ziek. Ze hebben altijd pretexten om dienst te weigeren. en N. zou dat niet dulden. hij is een zeer knap mensch en antimilitair, zeer voor civiel gezag. daar zouden ze hier in Pruissen gek van opkijken! |
|