Brieven en documenten
[1 januari 1873
Brief van Multatuli aan Funke]
1 januari 1873
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, bijna geheel beschreven. (M.M.)
Wbaden 1 Januari 73
Waarde funke! Nu, dat is knap! Ik ontvang daar de 2 Ex laatste Aflevg. Ik moet u zeggen dat ik doodsangst uitstond en meende dat het niet had kunnen verschynen! En nog begryp ik het niet! Ge moet hard gewerkt hebben, en de drukkery ook! Mimi had uitgerekend dat het niet kon. En nu is 't my zoo'n aangename verrassing. 't Had me zoo bitter leed gedaan als ge dat niet in uwe boeken van 72 had kunnen schryven.
Nog antwoord ik niet op uwen laatsten uitvoerigen brief. Ik wil me goed bezinnen voor ik durf afspreken over iets... periodieks. (Ik noem dit nu maar zoo, kortheidshalve.) Er is veel by te bedenken. Ook of 't m'n meer blyvend werk schaden zou? En nog iets dat heel verdrietig is. Sedert maanden hoest ik alle nachten. (nu juist de twee laatste nachten niet.) Dit maakt dat ik eerst héel laat in slaap raak, en dan laat opsta. (soms 11 uur). By de korte dagen is 't dan byna niet de moeite waard naar Adolfshöhe te gaan. Doch ook behalve dat, ik ben door dat slechte slapen moe en dom en suf, en zie niets dóór. Daarom antwoord ik nog niet op uwen brief. Neem 't niet op als gebrek aan belangstelling.
Ik kan U niet zeggen hoe bly ik ben dat ge dat hebt weten klaar te spelen! Nu we mogen die drukkery wel wat geven! Ge hebt hun zeker wat beloofd. Ja, te Deventer slechts II Acte. 't laat zich begrijpen, omdat zoo'n Red. Kamer niet kan beschikken over talenten van dames. Dat II bedryf is geheel mannelyk. Wilt ge werk maken van 'n courant (?) waarin daarover iets staat. Ik gis dat de lakeien gelachen hebben of potsen gemaakt. Het gekke zit 'm juist in de drooge